donderdag 17 februari 2011

OP NAAR DE VERKIEZINGEN (?)

Het is nu officieel. We hebben het wereldrecord van het land dat het langst zonder regering zit. We komen in het recordboek, naast de free hugs en het voortslepen van een bus met het gebit. Wij zijn een bananenland geworden geregeerd door apenkoningen. En binnenkort zullen we weer braaf in het rijtje voor het schoolgebouwtje staan om te mogen/moeten kiezen.
Wij nemen de gelegenheid te baat om deze voor te bereiden door het licht te werpen op onze politieke partijen. België is een land dat door politieke partijen wordt bestuurd. De partijen zijn dus de baas. De partijvoorzitters zijn de spreekbuizen en sommigen regeren als potentaatjes. We zullen ook op die ons licht laten schijnen.
De politieke partijen hebben de laatste jaren een verjongingskuur ondergaan. De oude garde heeft het vaandel aan zijn zonen en dochters overgelaten (in de helft van de gevallen klopt dat ook – Belgische politiek heeft wat last van nepotisme) en tegelijk de namen van de partijen aangepast. Laten eens onder de loep nemen wat de spin doctors en de reclamebureaus ervan gemaakt hebben, want dit is nodig. De helft van de Belgen weet niet wat die duistere afkortingen betekenen, en de andere helft praat nog altijd over de CVP en de SP.
We starten met de partij die de meeste stemmen haalde bij de laatste federale verkiezingen.
NV-A - staat voor Nieuwe Vlaamse Alliantie.
Wat betekent dat eigenlijk? Nieuw: als tegenover oud. We hebben dus duidelijk met iets nieuws te maken. Of gaat het om oude wijn in nieuwe zakken? De partij voert als slagzin: een jonge partij die vorm geeft aan een modern, toekomstgericht en democratisch Vlaamsennationalisme. Modern, toekomstgericht, democratisch… Hmm. dat zijn slogans die elke partij gebruikt, nietszeggend en vrijblijvend. Je kunt geen stemmen winnen met oubollig, nostalgisch, autoritair, toch?
Maar raad ‘s: dat is precies waar NV-A voor staat, een nationalistische en conservatieve partij, geleid door een man met dictatoriale trekjes. We bekijken die man eens van naderbij. 
Bart De Wever (1970), partijvoorzitter sinds 2004, is historicus van opleiding (licentiaat K.U.Leuven en UFSIA, aggregaat K.U.Leuven). Als student was hij lid van het Liberaal Vlaams Studentenverbond, het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond Antwerpen en KVHV Leuven en hij is oud-hoofdredacteur van Tegenstroom en Ons Leven. Hij was een tijd verbonden aan de K.U.Leuven als wetenschappelijk medewerker en werkte daar mee aan de Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging. Hij was lid van de Volksunie, en na de ontbinding daarvan, ging hij over naar de NV-A waar hij de gebruikelijke politieke sprongen maakte (district, gemeenteraad, partijbestuur, parlement) voor hij voorzitter werd. Hij stamt uit een Vlaams-nationalistisch nest. Hij is conservatief, katholiek, centrumrechts, en vriend van Jean-Marie Le Pen (Front National). Hij is een sfinx die zich goed in bedwang kan houden en onverzoenlijk blijft als het om Brussel gaat. Een rabiate flamingant. Door zijn koppige njet mentaliteit zit de Belgische politiek nu al meer dan 250 dagen in een impasse.
Een alliantie is een fraai woord voor wat in de politiek een kartel heet. Voor het NV-A ontstond, ging het met CD&V in zee. Partijvoorzitter Bart De Wever kwam eind 2006 onder vuur te liggen toen hij Jean-Marie Dedecker (die later LDD stichtte) eerst binnenhaalde als nieuw N-VA-lid, maar vervolgens toch koos om het kartel met CD&V - dat niet wilde weten van Dedecker en daarop het kartel verbrak - te herstellen. De Wever was als voorzitter van de N-VA, kartelpartner van de CD&V, en één van de deelnemers aan de moeizaam verlopende onderhandelingen in 2007 voor de vorming van een nieuwe Belgische federale regering. Uiteindelijk verbrak hij de band met de CD&V wat zijn partij geen windeieren heeft gelegd.
De Wever is populair. De man aan het frietkraam die aan zijn cervelat staat te smikkelen. Vlamingen hebben iets met dikkerds die een volkse gezelligheid uitstralen, type Jean-Luc Dehaene. Doordat hij aan tv-spelletjes meedoet, heeft dat zijn populariteit nog meer verhoogd. Ook voor de vrouwen is NV-A kennelijk aantrekkelijk, want ze hebben de meeste vrouwelijke Kamerleden.
CD&V - staat voor Christen Democratisch en Vlaams.
Een benaming die nog minder vertelt dan NV-A. Christen ruikt een beetje naar dogmatisme en dus lak hebben aan veranderingen. Ze zijn tegelijk democratisch, Hmm… Een partijprogramma op basis van een religie/ideologie is nooit democratisch. De nieuwe CVP heeft trouwens nooit veel met het plebisciet opgehad. Tot 1985 sprak men over de CVP-staat. Een almachtig bolwerk met sterke bindingen aan Kerk, Koning en Kapitaal, vakbond en Boerenbond, wemelend van corruptie, politieke benoemingen en clientelisme. Die reflex is er een beetje blijven inzitten, waarvoor ze dan ook bij de verkiezingen regelmatig afgestraft worden. Wilfried Martens, Jean-Luc Dehaene, Yves Leterme, Marianne Thyssen, allemaal met een beetje jezuïetenmentaliteit. Ze hebben hun opleiding dan ook in de beste katholieke instituten genoten. De partij heeft iets van ‘wij hebben van dit land toch een paradijsje gemaakt’. Intussen evolueert de samenleving, maar ze slagen er nog altijd niet in – of willen er niet van weten – dat alles in vraag gesteld wordt, en dat de kiezer mondiger is geworden. Hun hoeksteen is nog altijd het gezin, waar ze dan ook de meeste stemmen uit puren, maar dat gezin begint stilaan af te brokkelen. Ze kanten zich tegen de individualisering in de postindustriële maatschappij. Ze hadden moeite met de euthanasie, abortus, de snel-Belgwet, de legalisering van sofdrugs en het homohuwelijk. In 1985 leden ze een historische nederlaag, na veertig jaar alleenheerschappij, en daarna is het niet meer goed gegaan. Terwijl het voltallige partijbestuur op hun congres zong van ‘Mooi, het leven is mooi’, crepeerden de meisjes in Dutroux’s kelder. Dat heeft ze lelijk opgebroken. Het leven was voor de meeste mensen niet zo mooi. Het werd tijd voor een imagoverbetering.
Een nieuwe tijdgeest vergt een nieuwe mentaliteit en de CD&V probeert nu haar conservatieve imago af te werpen en heeft daarvoor als boegbeeld Wouter Beke gekozen.
Wouter Beke, geboren in 1974 in een doktersgezin, studeerde Politieke Wetenschappen aan de Katholieke Universiteit Leuven en behaalde zijn doctoraat daar in de Sociale Wetenschappen. Van 1996 tot 2003 was hij assistent aan de afdeling Politicologie van de faculteit Sociale Wetenschappen en nadien wetenschappelijk medewerker bij het Overlegcentrum voor Ethiek. Hij is senator en bekend als de huisideoloog. Een man met een scherp verstand, gekneed door de kristelijke leer. Hij wil naar eigen zeggen van de partij opnieuw de volkspartij maken van Vlaanderen. Hij staat voor verandering zonder het land te willen splitsen. Heeft iets van Kuifje, ook uiterlijk, en maakt weinig indruk als politiek beest, omdat hij te intellectueel overkomt. Niet bepaald de juiste stemmentrekker; een man die beter op de achtergrond zou blijven werken.
Qua aandeel van de vrouwen in de Kamer staat de partij na Open VLD.
SP.a - staat voor Socialistische Partij Anders.
Door boze tongen ook Sinterklaas Partij genoemd. De SP.a beroept zich op zijn innige band met het Volk. Dat Volk, samengesteld uit arbeiders, bedienden, kleine zelfstandigen en kleine renteniers, bestaat al lang niet meer. In de ogen van de SP vormt het nog altijd een monogaam blok dat met rode vlaggen op straat komt om voor zijn rechten te strijden. Er is nog duidelijk een nostalgische sfeer in de partijkringen. Ze hebben natuurlijk de sociale geschiedenis met zich mee. De emancipatie van de werkmens is er dankzij hun gekomen. De sociale zekerheid, de bescherming van de minderheden, het behoud van de koopkracht, zijn typische slagzinnen die telkens weer terugkeren.
De partij bleef heel lang trouw aan het nationale eenheidsfront en werkte nauw samen met de Waalse broeders. Dit werd ze niet in dank afgenomen en uiteindelijk moesten ze daarvoor zwichten en hun principes loslaten. Er ontstond een Vlaamse vleugel die zich geleidelijk van de Waalse losmaakte en een eigen koers ging varen. Een Vlaamse koers die centrumlinks koos..
Dat de SP.a ook corrupt was, kwam in 1996 aan het licht toen bleek dat Willy Claes, een van hun kopstukken, gewikkeld was in de smeergeldaffaire rond de Agusta-helicopters aankopen. In 1999 was er de dioxinecrisis waarbij enkele politieke hoofden vielen. Zowel de CD&V als de SP.a werden de kop van jut en moesten de baan ruimen. Een paarsgroene regering kwam in de plaats en tegelijk de opkomst van Groen! (toen nog Agalev, waarover later).
Patrick Janssens, nu burgemeester van Antwerpen, en baas van zijn eigen reclamebureau ontwierp het nieuwe logo van de partij en tegelijk de nieuwe naam. Hij werd daarvoor beloond met een zetel in het parlement.
De partij blijft zich aan zijn progressieve imago vastklampen, hoewel de oude garde in de personen van Louis Tobback en Freddy Willockx nog altijd een vinger in de pap te brokken hebben. Ook zij kantten zich eerst tegen de euthanasiewet, de legalisering van softdrugs en de goedkeuring van het homohuwelijk, maar toen de kleinere partijen, die deze nieuwe trends wel ondersteunden, kiezers begonnen weg te kapen, moesten ze schoorvoetend toegeven.
Er moest dus dringend iets aan die progressiviteit worden gedaan en de keus daarvoor viel op Caroline Gennez. 

Caroline Gennez (1975) kreeg haar naambekendheid eerst door te tennissen. Dat ging haar zo goed af dat ze op de Vlaamse Tennisschool werd toegelaten. Een resem jeugdtornooien in binnen- en buitenland volgden, tot een hernia op 14-jarige leeftijd een vroegtijdig einde maakte aan haar beloftevolle carrière. Daarna studeerde ze Latijns-Grieks. Ze behaalde een licentiaatdiploma in de politieke en sociale wetenschappen aan de Katholieke Universiteit Leuven. Niet bepaald wat we een links arbeidersimago zouden noemen. Ze was ook de protegé van Frank Van Den Broucke en Steve Stevaert en belandde uiteindelijk in de partijtop. Net zoals Bart De Wever mag ze een deel van haar populaire imago toeschrijven aan haar bijdrage aan tv-spelletjes.
Of ze erin zal slagen de stigma's van de partij te genezen en bij de volgende verkiezingen munt uit haar jonge zelfbeeld te slaan, is af te wachten. De oude partijleden zijn niet bepaald vrouwvriendelijk als het om de grote politiek gaat. De partij heeft het algemene stemrecht voor vrouwen heel lang kunnen tegenhouden uit vrees dat ze naar de katholieken zouden overlopen, wat niet gebeurd is. Bovendien zit ze met haar middenklasimago. Maar de oude garde sterft  en de jonge linksen zijn geen rabiate dogmavreters meer. Ze gaan skiën in de winter en naar Bangkok in de zomer. Als de SP.a haar oude adagium wil afwerpen zal dat enkel kunnen gebeuren door een meer open en  liberale koers te volgen, in de zin van wat Amerikanen verstaan onder liberals. Dan zou een samenwerking met de Open VLD weleens de beste keus kunnen zijn en Caroline Gennez de geschikte persoon om te onderhandelen.
Tussen haakjes: qua aantal vrouwelijke Kamerleden staat de partij na NV-A.
Hier zitten we dus meteen bij de volgende partij: Open VLD - staat voor Open Vlaamse Liberalen en Democraten. 
Een benaming die vragen doet oproepen. Bestaat er ook nog een gesloten/besloten VLD? Een soort van vennootschap met beperkte aansprakelijkheid? Ze hebben heel wat leden onder de kleine zelfstandigen en misschien willen ze op die manier een herkenningsfactor creëren. In elk geval is de ideologische ondertoon heel wat meer gematigd dan wat de vroegere benaming pretendeerde: Partij voor Vrijheid en Vooruitgang. Die zou de nieuwe SP.a niet misstaan. De liberalen en democraten. Waarom moest dat laatste erbij? Willen ze van twee walletjes eten? Dat zou best kunnen. De liberalen zijn erom bekend/berucht dat ze met iedereen in de regering willen stappen. Ze hebben het met andere partijen gedaan, zelfs met de vlaamsnationalisten, communisten en de groenen. Het is een partij zonder veel kleur, zonder veel dogma’s en doelstellingen. De aanhang zal dan ook nooit de omvang van de grote partijen krijgen, want je weet eigenlijk niet goed wat je ermee aan moet. Zij is eerder geschikt om de andere partijen ermee af te straffen. Als jullie je werk niet goed doen, lopen we over naar de Open VLD. Die doen het minste kwaad en we kunnen later nog altijd terug, want die zijn niet besmet met onverzoenlijkheden. Daarom blijft de VLD een comfortabele derde positie in het peloton houden, als een succesvolle knecht die trouw voor zijn meester werkt.
De VLD is vrij laat als Vlaamse partij begonnen (in 1961). Daarvoor klampte ze zich, net als de SP.a vast aan de unitaire politiek, met België als vaandel.
Wat we er ook van zeggen: de partij heeft een illustere politicus opgeleverd, Guy Verhofstadt, een van de weinige naoorlogse politici die ook konden nadenken en een beleid op lange termijn durfden uitstippelen, een echte staatsman kortom. Maar Belgen houden niet van langetermijndenken. Ze denken liever pragmatisch; daarom is Jean-Luc Dehaene zo populair geweest (we smeden het ijzer wel als het heet is). En toen Verhofstadt met een project over de privatisering van de gezondheidszorg op de proppen kwam, naar analogie met het Amerikaanse, werd hij afgestraft en verdween uit de nationale politiek om een Europese carrière te volgen. Jammer.
De huidige voorzitter is een typisch product van nepotisme: 
Alexander De Croo (1975), zoon van de wat clowneske liberale ex-minister Herman De Croo. Of zijn zoon diens politiek zal volgen, is nog niet duidelijk. Alexander komt over als iemand die in de politiek gekatapulteerd werd en daarvan nog moet bekomen. Zijn visies zijn niet bepaald duidelijk te noemen en zijn uitleg voor de tv-camera’s klinkt niet altijd erg helder. Hij heeft zich onlangs nog belachelijk gemaakt met de Basta-actie over het seksleven van de partij (zie onze bijdrage ‘Media’).
Hij is dan ook niet wat je van een beroepspoliticus zou verwachten. Hij studeerde in 1998 af als Handelsingenieur aan de Vrije Universiteit Brussel. Nadien studeerde hij een Master of Business Administration (MBA) aan Northwestern-universiteit in Illinois, Verenigde Staten. Hij werkte tussen 1999 en 2006 voor het consultingkantoor The Boston Consulting Group. Daarna richtte hij Darts-ip op, een bedrijf dat advies geeft op vlak van eigendomsrecht. Hij is senator. Welke richting hij zijn partij bij een volgende regeringsdeelname zal laten volgen is nog niet bekend. Wel pleitte hij in 2010 voor een protocollair koningschap naar Zweeds model. Dit was een gedurfde uitspraak die je eerder van het Vlaams Belang zou verwachten.
En daarmee zijn we aanbeland bij het Vlaams Belang, kortweg VB.
Deze partij heeft sinds 1978 een turbulent verleden achter de rug. Ze ontstond uit de rangen van misnoegde leden van de Vlaamse Beweging en heeft net als NV-A duidelijke voorstellingen over de toekomst van het Vlaamse volk. Haar politiek trekt aan en stoot af. Dit is niet een partij waar je braaf mee aan tafel gaat zitten. De scheldkanonnades van Filip De Winter zijn nu al legendarisch.
Een ander deel van haar aanhang vond ze onder degenen die de aangroeiende groep van ‘vreemdelingen’ een halt wilden toeroepen. Hiermee werden voornamelijk de migranten uit de Magreblanden bedoeld, waarop ze zich dan ook lange tijd focusten. Voor de rest stelde hun partijprogramma niet veel meer voor dan het voeren van haatcampagnes en het bouwen van luchtkastelen. De andere partijen hadden het niet in de gaten en lieten ze maar begaan (behalve Agalev alias Groen! die daarna hun aartsvijand werd), tot de bom barstte.
In 2003 en 2004 kregen ze gigantisch veel stemmen waarna de verliezende partijen vonden dat het tijd was om wraak namen. Ze brachten VB voor de rechter met racisme als aanklacht. Ze gebruikten daarvoor het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding, dat vanaf toen voor het VB  vijand nummer 1 werd, want VB verloor het proces, ook in beroep. Het vonnis luidde: "Het Vlaams Blok is een partij die kennelijk en systematisch aanzet tot discriminatie. [...] U behandelt vreemdelingen als criminelen, boosdoeners, profiteurs, onintegreerbare uitslovers en een bedreiging van het eigen volk."
De partij werd onder luid gejuich van de opgeluchte verliezers ontbonden, maar tegelijk werd een nieuwe opgericht, met dezelfde initialen en een nieuwe partijvoorzitter.
Of er veel verschil is betreffende ideologie, is niet gans duidelijk. De beledigingen tegen de migranten zijn publiek verminderd, maar ze blijven onderhuids op het internet en de partijfeestjes leven. Vooral het moslimfundamentalisme moet het ontgelden.
De focus tegenwoordig ligt op het streven naar een onafhankelijk Vlaanderen, tegen migranten die zich niet aanpassen en integreren, voor de verdediging van de traditionele waarden (dus geen euthanasie en abortus), met het gezin als kern (hier sluiten ze mooi aan bij de CD&V en de NV-A).
Het Vlaams Belang wil nultolerantie en meer blauw op straat, recht op zelfverdediging van eigen bezittingen, verruiming van de voorwaardelijke hechtenis en het snelrecht, afschaffing van de wet Lejeune, afschaffing van de cordon sanitaire.
Wat die cordon betreft, dit werd in 1989 tussen alle andere partijen afgesproken. De bedoeling was een schutskring te vormen tegen het VB. Dat hield in dat men zich aan de afspraak hield geen bestuursakkoorden af te sluiten of politieke afspraken te maken met het VB. Tot de dag van vandaag lijkt men zich aan de geest van deze cordon sanitaire te houden. Geen enkele partij is ooit een coalitie aangegaan met het VB.
Het grote verkiezingssucces in Antwerpen heeft de cordon ook niet doorbroken. 
De huidige voorzitter is Bruno Valckeniers (1955). Na zijn klassieke humaniora aan het Sint-Lievenscollege te Antwerpen, behaalde hij een licentie in de Rechten aan de U.A. en een License spéciale en droit maritime et aérien aan de  U.L.B. te Brussel. In 1980 werd hij commercieel directeur bij de Hesse-Noord Natie. Na een conflict met de nieuwe eigenaars ervan startte hij in 2002 zelf een maritiem consultingbedrijf. Hij zit in verschillende Vlaamse en nationalistische verenigingen. Voorts is hij roomskatholiek en noemt hij zichzelf een sociaalconservatief. Hij staat voor een conservatieve ethische lijn en stelde in dat kader het volgende: "met zijn wetgeving voor homoseksuelen heeft paars de abnorm gelijkgeschakeld met de norm". Hij is kernlid van de Vlaamsenrepublikeinse denkgroep Res Publica.
Het programma van het VB is te radicaal voor de meeste Vlamingen. Dit is een land van kleine eigendommen met mensen die het liever rustig houden. Revolutie zit er niet in.




Nu op naar hun aartsvijand: Groen! 

Een korte, duidelijke naam, getuigend van een goed marketinggevoel. Je kunt daar niet mee missen. Dit is de partij die zich voor het milieu inzet. Dat uitroepteken oogt een beetje arrogant, alsof ze daarmee willen uitroepen hoe belangrijk ze zijn.
Dat is zowat de draad van hun politieke programma: wij koesteren het milieu en zijn in deze tijd onmisbaar. Zonder ons gaat de natuur en het mensdom kapot. Meteen weten we hoe hun denkpatroon werkt: het is dogmatisch, want aan het milieu kan niet getornd worden; het is arrogant, want ze hebben de wijsheid in pacht, het is conservatief, want ze willen kernenergie en andere high tech wonders weg; ze zijn links want ze houden niet van het industrieelkapitalistische complex en de dreigende globalisering.
Het is ook de partij met de meeste vrouwelijke aanhang. Het milieuaspect spreekt blijkbaar vele vrouwen aan, want het doet associaties oproepen met bloemenweiden, het keurig huizentuintje zonder vervuilende industrie aan mijn achterdeur. Groen! heeft duidelijk heimwee naar Felix Timmermans.
Groen! werd in 1978 gesticht door de jezuïet Luc Versteylen die onlangs in opspraak kwam in verband met seksschandalen in zijn zelfverbeteringgroepen. Tot 2003 heette de partij ‘Agalev’ (Anders gaan leven). Dit werd door de onwetenden vertaald als Anders gaan leven en vrijen, wat tot de populariteit van de jonge partij bijdroeg. Van dat vrijen is niets in huis gekomen, maar dat anders leven sprak een deel van de ontgoochelde mei ‘68 generatie wel aan. Omdat de wereldrevolutie er niet meer in zat, gingen een hoop linksen over naar de milieupartij. Hun invloed uit zich nog altijd in de drie pijlers van het programma: pacifisme, sociale rechtvaardigheid en ecologie (duurzame ontwikkeling). De partij noemt 'de kwaliteit van leven' de 'groene draad door haar programma'. Groen! is een zusterpartij van het Franstalige Ecolo en daarmee de laatste unitaire Belgische politieke partij.
De dioxinecrisis van 1999 betekende voor hen de grote doorbraak. Vele kiezers schoten wakker toen ze merken dat er met hun gezondheid gesold wordt. Agalev kon eindelijk op federaal vlak meespelen, samen met de socialisten en liberalen die ook van de milieuschandalen profiteerden.
Enkele van hun programmapunten werden door de regeringspartners overgenomen. Op federaal niveau werd beslist tot de uitstap uit de kernenergie, kwam er een strengere wet op de verkeersveiligheid, werd het Federaal Voedselagentschap opgericht, werd het homohuwelijk opengesteld, euthanasie toegestaan, kwam er een wet op de patiëntenrechten, kwam er een antidiscriminatiewet, kwam er een regularisatie van mensen zonder papieren en de 0,7% bijdrage voor ontwikkelingssamenwerking.
Maar bij de verkiezingen van 2003 verloor Agalev al haar zetels. Dit was nog maar weinig voorgevallen en niemand was daarop voorbereid. Het resultaat was dramatisch. Ze verloor haar partijdotatie. Vogels stapte op als partijvoorzitter. Door het verlies aan inkomsten als niet-parlementaire partij moest de partij een groot aantal medewerkers ontslaan. Wat was er misgelopen?
Hun autoritair optreden inzake milieuzaken, het slecht gecoördineerde en georganiseerde intern beleid,  de invoering van milieutaksen en verstrengde controles op milieuovertredingen, het feit dat ze enkel met hun eigen achterban konden communiceren (wat voor velen als sektarisch overkwam), waren allemaal factoren die erop wezen dat ze niet rijp waren om op nationaal vlak te opereren. Aan de grote hangijzers, zoals werkloosheid en financiering van de pensioenen hadden ze blijkbaar geen boodschap.
Op het congres van november 2003 werd het partijjargon meer gemoderniseerd.  Vera Dua mocht zich als eerste groene voorzitter laten noemen in plaats van politiek secretaris. Alle partijorganen werden grondig vernieuwd, de structuur gestroomlijnd en een nieuwe lading jongeren werdt klaargestoomd voor de opvolging. Voor het eerst mochten de groene verkiezingskandidaten ook persoonlijke affiches gebruiken. Ook enkele andere oude principes sneuvelden om efficiënter te kunnen werken. Toch blijft de uiteindelijke beslissingsmacht bij het ledencongres liggen.
Hierdoor kregen ze terug wind in de zeilen (ja, de politiek is een grillige business) en kwamen bij de verkiezingen van 2007 terug in het parlement.
Groen! heeft de media voornamelijk gehaald met kleinschalige en ludieke acties zoals de invoering van kringlooppapier, groene fietsers, de zachte waarden, de Derde Wereldacties, de ecotaksen.
In 2008 werd Wouter Van Besien (1972) partijvoorzitter. Van Besien is licentiaat in de sociologie en behaalde aan de Universiteit van Hull de graad van master of arts in developing area studies. Hij was als jonge man actief binnen de Vlaamse jeugdbeweging en de Vlaamse Jeugdraad en werd in 1998 nationaal secretaris van de Chirojeugd Vlaanderen. In 2001 ging hij aan de slag als medewerker van Agalev in Antwerpen. In 2010 werd hij op een statutair congres van Groen! voor vier jaar als voorzitter herverkozen. Van Besien was de enige kandidaat en behaalde zo een monsterscore van 94 procent. Niet moeilijk.

Ik denk dat we het hiermee gehad hebben. De verkiezingspolls (in zover we die mogen betrouwen) geven de volgende prognostiek:

NV-A : 33,00 %
SP.a : 15,6 %
CD&V : 12,9 %
VB : 11,5 %
Open VLD : 11,3%
Groen : 8,3%

Over de rest praten we niet. Een eventuele winst voor de kleine partijen zal toch maar uitmonden in onnodig ingewikkelde coalities. We zien wel hoe het zit, als er tenminste verkiezingen zullen komen. Want daar hebben de traditionele partijen niets mee gewonnen, omdat, als de prognostiek klopt, de NV-A nog meer stemmen van ze zal afknabbelen, maar verder zou dat zonder effect blijven, omdat de Walen en Brusselaars hun veto zullen stellen. Met het gevolg dat we nog eens een wereldrecord kunnen breken.
Nota: voor de mensen die het beu zijn om te gaan stemmen: je hoeft niet bang te zijn dat je in ‘den bak’ zult verdwijnen. De overheid blijkt het ook allemaal beu te zijn, en stelt geen vervolgingen meer in als je niet komt opdagen (dat geldt echter niet voor de opgeroepenen).