vrijdag 18 maart 2011

Kernenergie


De hetze die de vrt deze dagen ontketent over de Fukushima 1 (Dai-ichi ) kernreactor aan de Noordoostkust van Japan doet alweer het debat over kernenergie opwaaien. Omdat de vrt-nieuwsdienst ook aan kijkcijfers moet denken, hebben ze er belang bij om de zaak op te blazen zodat de kijker niet naar een andere concurrent zapt. Er worden beelden vertoond vanop een veilige afstand, experts worden opgevoerd die niets meer te zeggen hebben dan wat ze vroeger al gezegd hebben, en special bulletins op onverwachte tijdstippen worden losgelaten. Er wordt vooral gezorgd dat er een paniekreactie ontstaat en dat het VRT-nieuws regelmatig over de lippen blijft komen. Lees ook de bijdragen NEUWS IS GEEN NIEUWS en DE MEDIA.
Intussen zijn er al 17.000 doden en vermisten geteld sinds de aardbeving en tsunami, maar de nieuwsgaring blijft zich enkel op de kerncentrale focussen.
Als de atoomwolk overgetrokken is, zal ook deze zaak bij gebrek aan nog meer negatief nieuws uitdoven. Maar intussen hebben de media met hun sensationele, onverantwoorde en zelfs amorele nieuwsgaring paniek gezaaid en ernstige schade aan de geloofwaardigheid van de kernenergie toegebracht, en moet die weer hersteld worden na veel PR en lobbywerk dat handenvol geld kost. Intussen moeten de centrales ook blijven werken want anders krijgen we geen elektriciteit meer.

Vanwaar die hetze die telkens weer de kop opsteekt?

Kernenergie voor wie met het milieu begaan is, is een van de grote boosdoeners geworden, sinds andere zondebokken van het toneel zijn verdwenen (het communisme en het kapitalisme, dat nu de enige overblijvende economische motor is, en waar dus niet aan geraakt kan worden). De milieuactivisten, met Greenpeace als internationale woordvoerder, verwijzen naar de afval die duizenden jaren blijft nagloeien, de pacifisten, maar ook het militaire apparaat zelf, naar de kans dat er kernoorlogen kunnen ontstaan.
De groene politici zijn van nature tegen kernenergie omdat het om milieuvervuilende technologie gaat. Ze zouden liever terug naar de fossiele tijd keren, toen de pollutie veel erger was dan nu en duizenden mensen in ingestorte mijngangen hun einde vonden. Lees hier verder over in het hoofdstuk Mijnrampen.
De hetze tegen kernreactoren en dus ook kernenergie bereikte een hoogtepunt na de ramp van Tsjernobyl (1986) waarna in bijna alle omringende landen een bouwstop werd afgekondigd. Dit had als gevolg dat we nu met hoge elektriciteitsrekeningen zitten omdat nieuwe, veiligere en zuinigere reactoren niet meer gebouwd werden of de bouw door politieke motieven vertraagd wordt, en de oude reactoren met hun hoog vervuilinggehalte dus moeten blijven doordraaien.
Maar de doemdenkers beseffen niet dat kernenergie het enige middel is om de explosief groeiende vraag naar energie te voldoen en, paradoxaal genoeg, tegelijk ook het milieu te beschermen.

Kerncentrales in de strijd tegen het versterkt broeikaseffect. Op een VN-klimaatconferentie in Wenen is op 28-8-2007 door deskundigen besloten tot een advies om te werken aan een forse uitbreiding van het aantal kerncentrales in de strijd tegen het broeikaseffect. Dit naast gebruik van meer andere duurzame energiebronnen zoals waterkrachtcentrales. Ook zouden centrales voor olie en gas moeten worden voorzien van CO2-filters. (Bron FD 29-8-2007 en Oostenrijks persbureau APA).
Het IEA, International Energy Agency in Parijs, dringt aan op een nucleaire renaissance om klimaatdoelen te kunnen halen: jaarlijks moeten er 18 kerncentrales worden gebouwd om in 2030 voor 18% (nu 15%) in de mondiale energiebehoefte te kunnen voorzien (FD, 23-10-2009).

De linksen zijn er tegen omdat het door het grootkapitaal gefinancierd wordt en er geen werkverschaffing aan verbonden is.Greenpeace werkt nauwer samen met de SP.a dan de Bond Beter Leefmilieu (dat zich meer associeert met CD&V, de voorstanders van kernenergie).

De laatste Waalse steenkoolmijn sloot in 1984. Omdat hier geen alternatieven voor tewerkstelling werden gezocht, is Wallonië zo arm geworden, wat de opgang van de BSP (Belgische socialistische partij) bevooroordeelde. De meeste tegenkanting tegen kernenergie vinden we dan ook in Wallonië dat zich de goede oude tijd van de mijnen nog goed herinnert.

De Sovjet-Unie, de socialistische staat bij uitstek, heeft het nochtans niet aan zijn hart laten komen om er ook talloze te bouwen, waarvan die van Tsjernobyl de bekendste is.

Sommige landen zijn bevreesd voor de verkeerde aanwending van kernenergie. Ze willen een stop op de bouw van centrales in strategische gevarenzones omdat die kunnen leiden tot het aanmaken van nucleaire wapens. Een aantal landen heeft zich hiervoor verenigd. Ze hebben onder elkaar het non-proliferatieverdrag ondertekend. Binnen twintig jaar na de A-bommen op Japan beschikten al vijf landen over kernwapens, namelijk de VS (1945), de SU (1949), Groot-Brittannië (1952), Frankrijk (1960) en China (1969). Om verdere verspreiding van kernwapens te voorkomen en ze de wereld uit te helpen trad in 1970 het Non-proliferatie Verdrag (NPV) in werking voor een looptijd van minstens 25 jaar. Er werd overeengekomen dat het bezitten van kernwapens verboden is, met uitzondering van landen die ze in 1970 al bezaten. Deze kernmachten zouden hun kernarsenalen verkleinen en op den duur vernietigen. Staten die toen niet over nucleaire technologie beschikten zouden deze technologie alleen voor civiele doelen ter beschikking worden gesteld. Dat moest dan plaatsvinden onder internationale controle. Voor de controle werd toen het Internationale Atoomenergie Agentschap (IAEA) aangewezen.
De volgende problemen deden en doen zich voor. De grens tussen civiele en militaire technologie vervaagt door het bestaan van het militair-industriële complex. Staten met kerntechnologie, zonder kernwapens zouden op die manier sneller ook de productie van kernwapens ter hand kunnen nemen. De motivatie om dat te doen wordt gestimuleerd door het feit dat het bezit van kernwapens een machtsmiddel is om op het wereldtoneel mee te tellen. Ondanks het NPV is er vanaf de kernbomwedloop tussen de VS en SU een kettingreactie bezig, waarbij landen elkaar met hun kernwapenambities ‘aansteken'. Vanaf 1964, na de ontploffing van de eerste Chinese kernbom, zijn er kernmachten als India, Pakistan, Israël en Noord-Korea bijgekomen. Daarnaast bestaan er vele potentiële kernbomstaten, waaronder Iran, waar de laatste tijd veel over te doen is. Behalve dat er (ondanks het NPV) weer nieuwe kernbommachten zijn bijgekomen, heeft een land als de VS ook niet stil gezeten. Hoewel de VS net als de voormalige SU een deel van hun kernbomarsenaal hebben verminderd, zijn ze doorgegaan met de ontwikkeling van nieuwe kernwapens, waarbij o.a. computersimulaties van kernbomexplosies worden toegepast. Tot deze ontwikkeling behoren de kernbombunkerbusters, waarbij de miniaturisering van kernwapens een grote rol speelt.

De rest van de bevolking is gewoon bang van kernenergie omdat het het niet begrijpt. Het associeert die met kanker. Er zit meer straling in nieuwbouw. Dat is de erfenis van de twee atoombommen die de Verenigde Staten in 1945 over Japan hebben losgelaten. Sindsdien zijn er 65 jaar verstreken, maar in ons collectieve bewustzijn zien we nog altijd de paddenstoelwolken.

Een studie over het aantal slachtoffers sinds de Golfoorlogen die de Johns Hopkins University in oktober 2006 liet publiceren in het gerenommeerde wetenschappelijke tijdschrift The Lancet schatte het aantal Irakese slachtoffers op 655.000. De organisatie Just Foreign Policy maakte een update van die studie en vermoedt dat er ondertussen al 1.213.716 slachtoffers gevallen zijn. Dat cijfer komt verbazend goed overeen met het resultaat van een onderzoek van het Britse Opinion Research Business (ORB). Zij concludeerden dat er wellicht 1.220.580 mensen stierven door het geweld van de oorlog. Just Foreign Policy is - zoals de naam al zegt - een organisatie met een missie. ORB is dat niet. ORB is een onderzoeksbureau dat opdrachten uitvoert voor klanten als de Britse Conservatieve partij, Morgan Stanley en Randstad.
Er werden geen kernwapens gebruikt.

Wat we niet zien of beseffen is dat meer dan de helft van onze energietoevoer uit de kerncentrales komt. Schaf die af en onze elektriciteitsrekening wordt meteen schrikwekkend duurder. In de jaren tachtig, na de gedeeltelijke meltdown op Three Mile Island in de staat Pennsylvania, gaf de atoomlobby een clipje uit waarin een huisvrouw haar was met de hand staat te doen. Een beeld dat heel wat controverses opriep omwille van het duidelijke boodschap dat zonder kernenergie we terug naar de 19de eeuw moesten. Maar dat zou weleens het geval kunnen worden in de huishoudens met een laag inkomen. Het wordt dan te duur om een wasmachine te onderhouden.
Wat zijn de alternatieven? Windmolens, Zonne-energie, waterkracht. Dat is allemaal prima, maar enkel als aanvulling. Het is onmogelijk enkel met de hulp van de natuur de steeds groeiende vraag naar energie te voldoen.
Olie, gas en steenkool volgen kernenergie op als grootste energiebronnen, maar het nadeel ervan is dat ze niet eeuwig blijven duren en dat we daarvoor totaal afhankelijk van het buitenland zijn, van de beursspeculanten en de politieke grillen van de leveranciers. Dan ben je nooit zeker hoeveel je volgende week moet betalen. Een mens heeft al genoeg aan zijn kop om daar ook van wakker te liggen. 
Een vat ruwe olie kost binnen 10 jaar 300 dollar. Die voorspelling komt van ABN Amro-hoofdeconoom Peter De Keyzer en is het resultaat van een aanhoudend onevenwicht tussen vraag en aanbod. Onder meer de zoektocht naar alternatieve energiebronnen en een efficiënter verbruik moeten de hoge energiefactuur verteerbaar maken.
Het westen wordt meer en meer afhankelijk van olie-invoer. En daarvoor moeten we heel wat oliedollars afdokken. Elk jaar verhoogt het verbruik dramatisch. De toestand begint zorgwekkend te worden. Hieruit volgt dat het westen zich bedreigd voelt in zijn energievoorzieningen en die kost wat kost wil beschermen wat en waar het kan, desnoods met valse en bedrieglijke argumenten, vooral als de olietoevoer onderbroken wordt, zoals in Libië (zie de bijdrage OLIE). Maar ook als waarschuwing voor andere olielanden.  
Olie werkt oorlog in de hand. Wouter De Vriendt (Groen!) en Dirk Van Der Maele (SP.a) waren er als de kippen bij om de Belgische F16's in te zetten. Dat ze daarmee in de kaart van Pieter De Crem (CD&V) spelen, blijkt geen bezwaar. Nota: de CV&P is voorstander van kernenergie. Hoe kortzichtig politici kunnen zijn... en de huig naar de wind kunnen draaien...
Van de 30 olieproducerende landen zullen er 15 tegen 2030 opdrogen (Maleisië, Algerië, Brazilië,  Angola, China, Mexico, Indonesië, Argentina, Australië, Noorwegen, de Verenigde Staten, Colombia, India, Verenigde Koninkrijk en Thailand).
Deze bronnen worden tegenwoordig met een klantvriendelijk en trendy etiket aangeduid: de groene energie.
De groene elektriciteit van Electrabel is afkomstig van volgende energiebronnen:
biomassa: In België produceert Electrabel bijna 85% van haar groene energie op basis van deze energiebron.
wind: Electrabel beheert 11 windmolenparken in België. Die leveren elk jaar elektriciteit aan meer dan 35 000 huishoudens.
water: Electrabel beheert meer dan 100 waterkrachtcentrales in Europa.
zon: Electrabel beschikt over zonnepanelen.
Niet erg indrukwekkend… 11 windmolenparken leveren elektriciteit aan 35.000 huishoudens. Er zijn 4,6 miljoen Belgische huishoudens. 
De vergoeding voor de distributie van elektriciteit, een onderdeel van uw stroomfactuur, wordt dit jaar met 80 tot 85 euro verhoogd. Distributienetbeheerder Eandis probeert op die manier de kosten van de groenestroomcertificaten te recupereren. Dat meldt ons een goed ingelichte bron dicht bij het dossier. "In 2012 wordt de distrubienetvergoeding zelfs tot 90 à 100 euro opgetrokken." Bedrijven en particulieren die de voorbije jaren in zonnepanelen hebben geïnvesteerd, krijgen daar gedurende 20 jaar een subsidie voor onder de vorm van groenestroomcertificaten. De kosten hiervoor, die 330 tot 450 euro per 1000 kwh en per jaar bedragen, worden gedragen door Eandis en Infrax, de vroegere intercommunales.
Aan het verhogen van de groene stroom hangt een meerkost van 40 miljoen euro per procent dat deze doelstelling opgetrokken wordt.
What een hypocrisie! Electrabel beheert ook de kerncentrales die ze woekerwinsten oplevert en dus zal ze wel tweemaal nadenken alvorens de groene stroom competitief te maken met kernenergie.
In Flamanville (Normandië) wordt anno 2009 door EDF (Electricité de France) een kerncentrale gebouwd met een vermogen van 1.650 MW (megawatt), die vanaf 2012 in productie moet gaan. Die 1.650 MW is equivalent aan het verbruik van ca. 4,2 miljoen Belgische huishoudens. Blijft dus kernenergie over. Ook voor uranium moet betaald worden, maar we houden de energie in eigen huis, bepalen dus zelf de prijs en een teveel aan elektriciteit kunnen we aan het buitenland verpatsen. Bovendien wordt naarstig gezocht naar alternatieve splijtstoffen. Helium 3, een edelgas dat een lichte, niet radioactieve isotoop is, biedt een perfecte oplossing, omdat er geen stralingsgevaar aan verbonden is. De vorming van helium uit waterstof, een kernfusiereactie waarbij zeer veel energie vrijkomt, vormt de basis van de energie van sterren. Helium kan gesynthetiseerd worden door lithium of boor met zeer snelle protonen te beschieten. Het komt voor in sommige mineraalwaters (in het bijzonder in IJsland) en in vulkanische gassen, en in sommige natuurlijke gasreserves (onder andere in de Verenigde Staten), waar het meeste commerciële helium uit gewonnen wordt. Het komt ook onbeperkt voor op onze maan, maar dat is nog toekomstmuziek. Ook thorium is een potentiële kandidaat. Het is een edelmetaal met een hoog smeltpunt dat al in de jaren vijftig werd voorgesteld als vervanger van uranium en plutonium. Nu wordt het gebruikt in combinatie met plutonium. Het is niet radioactief, de afval wel. Het is ook giftig: het hoopt zich op in de lever, milt en botten en verhoogt daardoor de kans op leverkanker of leukemie bij wie het inneemt. Het radioactief afval blijft 'maar' 500 jaar actief. Het is in overvloed aanwezig in de natuur. In tegenstelling tot uranium is er geen meltdownproces mogelijk. Indië zal zijn volgende kerncentrales bouwen op basis van thorium, omdat het de grootste reserves van de wereld heeft.
Een meer ingrijpend voorstel werd geopperd door Peimani, wetenschapper aan de nationale universiteit van Singapore. Het idee is eigenlijk heel simpel. Plaats de reactoren op zo’n dertig tot vijftig meter diepte, in hard gesteente en laat ze hun werk doen. Als het fout gaat, wordt de reactor al omringd door steen en kan straling niet ontsnappen. Door de pijpleidingen die naar boven voeren bovendien dicht te storten, verdwijnt het probleem van (of beter gezegd: in) de aardbodem. Of ze bestand zijn tegen aardbevingen, blijft evenwel een open vraag.We kunnen de centrales ook in andere landen neerpoten en de elektriciteit afhuren, zoals Nederland dat doet. Misschien moeten ze allemaal in de voormalige Oostbloklanden gebouwd worden, ver van ons bed. Dan zijn we van dat gedoe af.

In maart 2009 waren er wereldwijd 442 kerncentrales in gebruik in 29 landen, waarvan 197 in Europa, zo stelt het Zwitserse onderzoeksinstituut Prognos. Daarbovenop zijn er 65 in aanbouw.
De eerste kerncentrale bedoeld voor vredelievend gebruik was Amerikaans. Hij werd operationeel in 1954. In 1956 volgde België dat aldus een van de pioniers was, dankzij het goedkope uranium uit Belgisch Kongo. 
Koning Boudewijn was een grote voorstander van kernenergie en stimuleere de bouw van het eerste afvalverwerkingsbedrijf Eurochemic. De Belgische nucleaire lobby ontstond uit een machtig conglomeraat van vertegenwoordigers van universiteiten, overheid,  de voormalilge Generale Bankmaatschappij en haar dochter Electrabel.
We zijn nu 57 jaar later.
Bijna de helft van de stroomproductie in België is nucleair. We hebben 7 kerncentrales.
De Belgische regering besloot in 2009 de drie oudste kerncentrales - Doel I en II en Tihange I tien jaar langer open te houden en voor de periode erna wil de regering alle opties open houden voor de verlenging met nog eens 10 jaar. Over het uitstel van de sluiting van vier jongere centrales is nog niets beslist. De verwachting is dat België alle centrales tegen 2025 moet sluiten omdat ze verouderd zijn. Tegen die tijd zal een oplossing gevonden moeten worden. Tussen 2009 en 2010 steeg het verbruik met 11%.
De hoeveelheid opgevraagde elektriciteit in België bedroeg is in 2006 gestegen met 2,9% tot 89.5TWh of een jaarstijging met maar liefst 2286GWh.  Bij een huidig groeiritme van 1,4% stijgt het verbruik in België jaarlijks verder met ongeveer 1250 GWh (Gigawatt per uur). Deze hoeveelheid zal ofwel bijkomend geïmporteerd ofwel extra geproduceerd moeten worden.
Een prognose op langere datum is niet mogelijk, omdat de alternatieve energiebronnen een steeds grotere rol zullen spelen en daardoor de inzet van kernenergie zullen verlichten. Maar dat zal niet doorslaggevend zijn.

Hoe zit het met de kernenergie in de rest van de wereld?

Nederland: heeft nog 1 centrale over. Het importeert 80% van zijn elektriciteit uit de naburige landen (Duitsland, Frankrijk, België). Dit is een op zijn minst merkwaardige manier om kernenergie te beperken. Je laat de risico’s over aan je producenten en je milieuactivisten zijn tevreden. Maar een eventuele ramp zal Nederland ook treffen om de eenvoudige reden dat de wind zich niet bekommert om nationale grenzen.
China: Begin 2010 zijn er in dit land 21 kerncentrales in aanbouw,
Bulgarije: anno 2009 2 kerncentrales en 2 in aanbouw.
Duistland: anno 2009 17 kerncentrales
Estland: anno 2009 geen kerncentrale, maar wel 1 op de agenda.
Finland: 4 kerncentrales, één in aanbouw en één op de agenda.
De bouw van de Finse Olkiluoto-3, de grootste kerncentrale ter wereld en in Europa de eerste nieuwe centrale sinds de ramp in Tsjernobyl in 1986, zou oorspronkelijk 3 miljard kosten, maar het werd een paar miljard meer.
Frankrijk: anno 2009 de meeste kerncentrales van Europa: 59 stuks en nog één in aanbouw. Franse elektriciteit wordt voor ruim 80% opgewekt via kernenergie. Ook Nederlandse elektriciteitsbedrijven importeren in Frankrijk opgewekte kernenergie.
Hongarije: anno 2009 4 kerncentrales. 

India heeft momenteel 22 reactoren die slechts 4 GW produceren. Tegen 2030 wil men beschikken over 60 GW capaciteit. Het land is voor 80% afhankelijk van de olieinvoer en wil daar vanaf.
Irak: in 1981 verwoeste Israël de Osirak atoomfabriek nabij Bagdad (Irak) in 100 seconden.
Iran: dit land kent een bewogen nucleaire geschiedenis. In het jaar 1953 werd het Amerikaanse Atoms for Peace-programma opgericht. In 1959 werd het Teheran kernonderzoekscentrum, geleid door de kernenergieorganisatie van Iran. Het centrum werd uitgerust met een door de VS geleverde 5 MW onderzoekskernreactor, die in 1967 in werking kwam, gevuld met sterk verrijkt uranium. Iran tekende het non-proliferatieverdrag in 1968 en ratificeerde het in 1970. Hierop besloot de sjah, met Amerikaanse toestemming, dat er tot het jaar 2000 in totaal 23 kerncentrales gebouwd moesten worden. In 1979 vond de Iranese revolutie plaats, waarbij de sjah werd afgezet. De geestelijkheid greep hierna de macht. Zij keerden zich ook tegen de Amerikanen die de sjah gesteund hadden. De revolutie betekende het einde van de Westerse steun aan Iranese atoomprogramma. Gedurende de Irak-Iranoorlog vernietigde het Irakese leger de kerncentrale in Bushehr door verschillende aanvallen in de periode 1984-1988. In augustus 2002 onthulde een dissidente groepering het bestaan van twee kerncentrales in ontwikkeling: een uraniumopwerkingscentrale in Natanz en een zwaarwatercentrale in Arak. Bij zwaarwaterreactoren komt plutonium vrij, dat kan worden gebruikt om atoombommen te maken. In september 2009 maakte Iran aan het IAEA (Internationaal Atoomenergieagentschap) bekend dat het bezig was met een centrale ten noorden van de stad Qom, nadat westerse inlichtingendiensten de locatie hadden ontdekt. Westerse landen veroordeelden het land om zijn aanvankelijke geheimhouding hierover. Op 30 november 2009 meldt Iran de internationale gemeenschap dat het 10 nieuwe uraniumopwerkingcentrales wil gaan bouwen; 5 ervan op bestaande kernenergielocaties en vijf op nog aan te wijzen plekken. Het argument van Iran is dat het voor kerncentrale-brandstof niet afhankelijk wil zijn van andere landen, opdat ze door die landen nooit gechanteerd kunnen worden met het dreigement de brandstoftoevoer af te knijpen. Maar de wereldgemeenschap vreest dat Iran de opwerkingsfabrieken ook stiekem wil gebruiken om verrijkt kernmateriaal voor atoombommen te maken. Het Westen begint een hele reeks economische boycots, deels gesteund door de rest van de wereld. Iran start in 2010 zijn kernreactor in Bushehr, 1200 km ten zuiden van Teheran. Eind augustus dat jaar heeft het land onder toeziend oog van de Verenigde Naties brandstof naar de centrale gebracht, die enkele maanden daarna zal worden opgestart. De opening van de kerncentrale is een mijlpaal voor Iran. De centrale is gebouwd door Rusland. Moskou levert ook de brandstof. Maar Moskou heeft Iran verplicht de gebruikte brandstofstaven terug te leveren opdat ze die niet kunnen aanwenden om ze te gebruiken als basis voor een kernwapenprogramma. In die staven zit namelijk plutonium dat geschikt is om er kernbommem mee te maken. De Iranese centrale staat onder toezicht van het Internationaal Atoomenergieagentschap (IAEA) en is volgens waarnemers niet te gebruiken voor het maken kernwapens. De VS leggen zich dan ook neer bij het opstarten van de reactor.
Israël reageerde furieus op het opstarten van de reactor, uit vrees dat hierdoor een Iranese atoombom een stap dichterbij komt. De Iranese president Mahmoud Ahmadinejad heeft verschillende keren gezegd de Joodse staat van de kaart te willen vegen. Israël heeft op haar beurt diverse malen officieel aangekondigd niet met een Iranees kernprogramma te kunnen leven en deze eventueel uit te roeien. Er wordt al langere tijd gesproken over een mogelijke aanval van Israël op Iranese atoominstallaties.
Italië nam 22 jaar geleden, dus in ca. 1987 afscheid van kernenergie. Het land kampt anno 2009 met de hoogste stroomprijzen van Europa. Met het Franse EdF wil Enel vier kerncentrales bouwen maar om de prijzen omlaag te krijgen zijn naar schatting 8 kerncentrales nodig: kosten ca. € 40 miljard. Het land heeft anno 2009 1 centrale op de agenda staan en er zijn nog 3 andere voorgesteld.
Japan produceerde in 2008 ruim 1 miljoen (1.082.014) GWh elektrische energie; 66% daarvan kwam uit conventionele bronnen (gas: 30%, kolen: 25% en olie: 10%), 10% uit duurzame bronnen (waarvan water: 7%) en 24% uit 18 kerncentrales met in totaal 56 reactoren, verspreid over het hele land (circa9 x de oppervlakte van Nederland, iets groter dan Duitsland). Op 11 maart 2011 werden 4 kerncentrales en 11 reactoren getroffen door de ergste aardbeving sinds aardbevingen in 1900 werden geregistreerd. De daaropvolgende tsunami had een verwoestende werking op de kustgebieden en spoelde ook over het terrein van de Fukushima-1 kerncentrale, waar grote schade werd aangericht aan o.a. het koelsysteem, waardoor branden en ontploffingen ontstonden en gevreesd werd voor meltdowns van 4 kernreactoren.
De wereld werd andermaal met de neus gedrukt op de ongevalgevaren van kernenergie.
Letland heeft anno 2009 geen kerncentrale, maar wel 1 op de agenda. Litouwen: Anno 2010 heeft Litouwen geen werkende kerncentrales meer. Ze hadden er 2 van het zelfde type als de in 1986 ontplofte centrale in het Oekraïense Tsjernobyl, maar wel een latere en veiliger versie. Na de ramp bij Tsjernobyl in 1986 werd de bouw van nog twee nieuwe reactoren afgeblazen. Bij de toetreding tot de Europese Unie is afgesproken om de centrales uit veiligheidsoverwegingen te sluiten. Litouwen is 31 december 2004 begonnen met het langdurige proces van ontmanteling van de kerncentrale Ignalina. De 1e centrale is al eerder gesloten en de 2e eind december 2009. Voor Litouwen betekent de sluiting dat het land een goedkope bron van energie kwijt is. Het wordt nu veel afhankelijker van bijvoorbeeld gas uit Rusland. De kerncentrale leverde bijna driekwart van de Litouwse energiebehoefte. Daarom wil Litouwen in 2010 een aanbestedingsprocedure beginnen voor een nieuwe centrale. De centrales werden vaak aangeduid als de Ignalia-centrales, maar in feite liggen ze 50 km ten noorden van die stad, aan de zuidelijke oever van het Drūkšiai meer, op een afstand van 4 kilometer van de Letse grens en 7 kilometer van de grens met Wit-Rusland. Visaginas is de jongste stad in Litouwen, gebouwd in 1975 samen met de kerncentrale Ignalina. Oorspronkelijk is de stad gebouwd voor de arbeiders van de nucleaire centrale. Het grootste gedeelte van hen is van Russische herkomst.
Oekraïne heeft anno 2009 15 kerncentrales. Hun kerncentrale in Tsjernobyl ontplofte in 1986 en veroorzaakte een nucleaire wolk die over een groot deel van Europa trok. Dat was de grootste nucleaire ramp in de geschiedenis. Dit belette Oekraïne niet op nog 2 in opbouw te hebben en nog een derde staat op de agenda.
Roemenië heeft anno 2009 2 kerncentrales.
Rusland heeft anno 2009 31 kerncentrales en 7 in aanbouw.
Slovenië heeft anno 2009 1 kerncentrale.
Slowakije heeft anno 2009 4 kerncentrales en 2 in aanbouw.
Spanje heeft anno 2009 8 kerncentrales
Soedan heeft plannen om in 2020 een kerncentrale werkend te hebben voor stroomopwekking
Tsjechië heeft anno 2009 6 kerncentrales, één op de agenda en er zijn voorstellen voor nog 2 kerncentrales.
Turkije heeft geen kerncentrales maar er staan 3 op de agenda. De eerste wordt gebouwd door het Russische bedrijf ZAO Atomstroyexport.
Verenigde Arabische Emiraten was anno 2004 de 10e olieproducent van de wereld. Eind 2009 heeft het land niettemin een contract gesloten met het Koreaanse bedrijf Korea Power Electric voor de bouw van 4 kerncentrales, die samen US $ 20 miljard gaan kosten, dus gemiddeld circa5 miljard $ / stuk. Het zeer olierijke land wil nog meer kerncentrales laten bouwen. Het land heeft anno 2009 bijna 5 miljoen inwoners.
Verenigde Staten van Amerika (USA): in 1979 vond een ongeval plaats in een kerncentrale op Three-Mile Island (Harrisburg) in de Amerikaanse staat Pennsylvania. Daarna zijn er in de Verenigde Staten geen kerncentrales meer bijgebouwd. Maar anno 2010 wil president Obama $ 8 miljard opzij leggen voor de bouw van een nieuwe generatie veilige en schone kerncentrales. Hij stelt dat als de VS vandaag aan de dag niet in deze technologie investeren, ze die later zullen moeten importeren uit Frankrijk en Japan. Anno maart 2010 zijn in de VS 104 kernreactoren in gebruik, waarvan 24 van het General Electric type Mark 1, zoals die in de kerncentrale van de Japanse Fukushima-1 Dai-ichi kerncentrale, die in maart 2011 in problemen kwamen wegens een gigantische aardbeving en daaropvolgende tsunami. De Nuclear Information and Resource Service, die tegen kernenergie is, heeft nogal wat kritiek m.b.t. het ontwerp van deze Mark-1 reactoren, waarvan er overigens wel diverse types bestaan, gebouwd vanaf 1969 - 1988.
Verenigd Koninkrijk (UK)heeft anno 2009 wel 19 kerncentrales. Een Britse regeringscommissie pleite oktober 2009 voor 2 nieuwe centrales, die voor 2020 gebouwd moeten zijn om de CO2-reductie-ambities waar te kunnen maken.
Zweden heeft anno 2009 10 kerncentrales.
Zwitserland heeft anno 2009 5 kerncentrales.
Europese landen die anno 2009 geen kerncentrales hebben zijn Albanië, Bosnië-Herzegovina, Estland, Griekenland, IJsland Italië, Kroatië, Letland, Luxemburg, Macedonië, Moldavië, Montenegro, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal, Servië, Turkije en Wit-Rusland.
Wereld. in 2010 zal een totaal brutovermogen van 390 Gigawatt bereikt zijn, zo stelt het Zwitserse onderzoeksinstituut Prognos. Volgens Prognos moeten er tot 2030 wereldwijd 300 kerncentrales worden stilgelegd wegens veroudering. Prognos gaat uit van een levensduur van kerncentrales van 40 jaar of meer, maar in de USA heeft meer dan de helft der centrales al een verlenging van de vergunning gekregen tot 60 jaar.
Ontwikkelingslanden. Internationale ontwikkelingsbanken, zoals bv. de Wereldbank, weigeren kerncentrales te financieren voor ontwikkelingslanden. President Sarkozy van Frankrijk vindt dit een schandaal en wil dat dit verandert. Want het veroordeelt die landen tot het gebruik van duurdere en meer vervuilende energievormen. Hij wil graag de Franse expertise wereldwijd te gelde maken.
Producenten van kerncentrales
Ze worden o.a. gebouwd door:
het Franse Areva
het Amerikaanse General Electric, één van de grootste bedrijven ter wereld.
het Koreaanse staatsbedrijf Korea Power Electric

Technisch personeel
Volgens het Zwitserse onderzoeksinstituut Prognos in Basel is er een enorm gebrek aan opgeleid technisch personeel voor kerncentrales en toeleveringsbedrijven. Dat zal volgens hen de nieuwbouw van centrales vertragen.

Ontmantelingkosten
Het is vaak onbekend wie opdraait voor de ontmantelingkosten. Het stil leggen van een reactor kost tussen de € 200 miljoen en 2 miljard. Regeringen zullen er tweemaal over nadenken voor ze dergelijk belastinggeld ophoesten.


Kerncentraleongevallen en -rampen

Die zijn er geweest sinds er kerncentrales zijn gebouwd. Het publiek was vaak ongerust, zoals bij de diverse ongevallen in Rusland en Engeland sinds daar in 1952 werd gewerkt in Windscale (later van ellende maar omgedoopt in Sellafield).
Niet dat kernenergie sinds 1950 meer doden heeft opgeleverd dan bv. de kolenindustrie, waar alleen al in China jaarlijks ca. 6.000 arbeiders omkomen in de kolenmijnen. Ook de jaarlijkse hoeveelheid doden door het branden van klassieke kaarsen schijnt erg hoog te zijn. Om over huisbranden door het roken sigaretten, verkeersongevallen, ongevallen in en om de woning, sportongevalsdoden en zelfdodingen nog maar te zwijgen.
De angst voor kerncentrales zit hem vooral in het grootst denkbare ongeval, waarbij grote gebieden voorgoed onbewoonbaar kunnen worden. Ook maakt men zich zorgen over het beheer van kernafval, zowel qua vervuiling als qua mogelijkheden voor terrorisme. Dat men de kans op een kernongeval tegenwoordig steeds kleiner acht, doet daar niet wezenlijk iets aan af. In de psychologie is bekend dat de mens gemiddeld veel optimistischer is dan gerechtvaardigd .

Laten we de ongevallen eens hert rijtje aflopen.

1950 / 60 in Rusland
Rondom de opwerkingsfabriek
Majak nabij de stad Ozersk in de Oeral, Rusland, zijn in de jaren '50 en '60 van de vorige eeuw (o.a. in 1957) twee grote en diverse kleine nucleaire ongelukken geweest waarbij eveneens grote hoeveelheden radioactiviteit over meer dan 26.000 km2 bewoond gebied werden verspreid. (ter vergelijking: het grondoppervlak in België is 30.528 km2)
Sinds maart 2010 werd Rusland getroffen door enorme wijd over het land verspreide bosbranden en veenbranden. Het werd de heetste zomer in 150 jaar. In Majak werd de noodtoestand uitgeroepen. De opwerkingsfabriek draait er nog steeds. Maar de branden bedreigen meer Russische kernfabrieken.

1952 het Verenigd Koninkrijk
In 1952 wordt als onderdeel van het Britse kernwapenprogramma nabij het plaatsje Windscale een kernreactor gebouwd voor de productie van plutonium voor kernwapens, gevolgd door een kerncentrale voor de productie van elektriciteit, Calder Hall. Ondanks een lange reeks ongelukken en vele protesten besluit de Britse regering in 1978 naast de centrale een opwerkingsfabriek voor nucleair afval te bouwen.
Als in 1981 Windscale zóveel negatieve associaties oproept, wordt de naam van het complex gewijzigd in Sellafield, naar een ander plaatsje in de buurt. In datzelfde jaar wordt de plutoniumproductie stilgelegd. De opwerkingsfabriek wordt in 1994 in gebruik genomen. In maart 2003 wordt de Calder Hall-centrale gesloten
1979 USA
in 1979 vond een ongeval plaats in een kerncentrale op Three-Mile Island (Harrisburg) in de Amerikaanse staat Pennsylvania, dat heel wat paniek veroorzaakte en nu geboekstaaft is als tweede ergste kernramp. Daarna zijn er in de Verenigde Staten geen kerncentrales meer bijgebouwd. Vanaf 2010 wil president Obama 8 miljard dollars opzij leggen voor de bouw van een nieuwe generatie veilige en schone kerncentrales. Hij stelt dat als de VS vandaag aan de dag niet in deze technologie investeren, ze die later zullen moeten importeren uit Frankrijk en Japan. De
kerncentrales van de nieuwe generatie zullen, met 1600 megawatt veel krachtiger zijn dan hun voorgangers en 15% minder uranium en 30% minder kernafval hebben. Volgens Greenpeace zal de radioactiviteit van de afval echter hoger liggen dan bij de vorige generatie.
1986 Oekraïne, Sovjet-Unie.
De wereld werd de wereld opgeschrikt door de kerncentraleramp in Tsjernobyl, in de Oekraïne (destijds nog behorend tot Rusland). Hun kerncentrale ontplofte en veroorzaakte een nucleaire wolk die over een groot deel van Europa trok. Er werd in Europa, in de gebieden waar de wolk overtrok, een graasverbod ingesteld om besmetting van melk te voorkomen. Tevens mocht net geoogste bladgroente niet verkocht worden.  
In België echter werd geen enkele maatregel genomen. Weerman Armand Pien mocht in zijn weerbricht zelfs niets
zeggen over de radioactieve wolk. Het was zelfs zo erg dat de ministers elkaar tegenspraken[]. In de landen rond Oekraïne waren er mensen die jodiumtabletten innamen, om te voorkomen dat hun schildklier vrijgekomen radioactief jodium op zou nemen
Dat was de grootste nucleaire ramp in de geschiedenis en ook een ommekeer in het denken over kernenergie. De erfenis is nog altijd voelbaar in het energiebeleid. Het zou tot 2009 duren voor men in west Europa weer een kerncentrale zou bouwen: in Finland, de Olkiluoto-3, de grootste kerncentrale ter wereld.
Hoeveel doden zijn er geteld?
Onderzoek is gedaan door de World Health Organization (WHO), die onder de Verenigde Naties (VN) valt. In 2006 is het rapport door de WHO uitgebracht. Onder de 600.000 mensen die ten gevolge van deze kernramp de meeste stralingsdosis opgelopen hebben, zullen naar schatting in totaal 4175 doden vallen, zie de tabel op pagina 108 van het rapport. Onder 6,8 miljoen mensen die ten gevolge van de ramp gemiddeld 7 mSV stralingsdosis opgelopen hebben, zullen naar verwachting in totaal 5160 mensen overlijden. In het rapport wordt herhaaldelijk benadrukt dat deze schattingen onnauwkeurig zijn, omdat het merendeel van de extra doden t.g.v. kanker, veroorzaakt door de ramp, te klein is t.o.v. het aantal mensen wat in ieder geval zal overlijden aan kanker.
In april 2006 bracht Greenpeace een eigen rapport uit over de kernramp, waarin gesteld werd dat het aantal aan de ramp gerelateerde overlijdens aan kanker rond de 93.000 zou liggen - tegenover de 4.000 tot 9.000 extra sterfgevallen als gevolg van kanker die in het VN-rapport werden genoemd - en het totale aantal doden rond de 200.000.
Eveneens in april 2006 brachten de Europese Groenen in het Europees Parlement een ander alternatief rapport uit dat tot veel verdergaande conclusies komt dan het rapport van het Internationaal Atoomenergie Agentschap. De studie, The Other Report on Chernobyl (TORCH) of 'Het andere rapport over Tsjernobyl', komt tot de slotsom dat 40% van de oppervlakte van Europa besmet werd met meer dan 4000 becquerel per vierkante meter en dat de gevolgen ook tegenwoordig nog zeer verstrekkend zijn. Zo gelden er volgens TORCH voor 374 boerderijen in Groot-Brittannië nog steeds beperkende maatregelen en heeft ook veeteelt in Finland en Zweden nog steeds te kampen met de gevolgen van de ramp. Ook stelt het TORCH-rapport dat de Tsjernobyl-ramp zal leiden tot tussen de 30.000 en 60.000 bijkomende doden als gevolg van kanker alleen.
Het verschil in resultaten met de officiële VN-resultaten, komt doorgaans door de interpretatie van de gevolgen van kleine stralingsdoses. Het meest gangbare risicomodel voor stralingsdoses gaat uit van een lineaire (evenredige) relatie tussen dosis en effect. X keer zoveel straling betekent dan een zelfde X keer zo grote kans op kanker. Het gaat bovendien alleen uit van externe straling, waarbij ook het effect van radioactieve stoffen die men op andere wijzen heeft binnen gekregen, zoals inhalatie, niet is betrokken. Bij grote doses functioneert dit model goed en voorspelt het accuraat het extra aantal kankergevallen. Maar bij heel lage stralingsdoses gaat dit model niet op. Negeert men dit feit, en past men het model toe op een grote groep van mensen die een zeer lage dosis heeft ontvangen, dan kan dit leiden tot grove overschattingen van de gevolgen. Het dosiseffect relatie voor zeer kleine doses is onderwerp van studie.
Statistische volksgezondheidsstudies zullen doorgaans niet geschikt zijn om effecten van zeer kleine doses zichtbaar te maken, omdat van de wereldbevolking zo'n 25 tot 30 procent van nature aan kanker overlijdt. Zouden er een aantal extra gevallen zijn ten gevolge van lage doses, dan zou dat op deze grote aantallen van 'natuurlijke' kankergevallen in het geheel niet aan te tonen zijn, omdat in het geval van een individuele patiënt nooit aan te tonen is of de ziekte door straling is ontstaan of niet (laat staan door natuurlijke achtergrondstraling of door Tsjernobyl).

In de 21ste eeuw bestaat nog steeds controverse over het gezondheidseffect in West-Europa. Twee recente Duitse studies spreken elkaar tegen. Volgens de ene studie zijn er geen noemenswaardige gevolgen, volgens de andere sterven er jaarlijks honderden mensen aan de gevolgen van de ramp, in Duitsland alleen. Vooral de consumptie van wild, bijvoorbeeld herten, en wilde bospaddenstoelen zijn absoluut te vermijden. In Frankrijk hebben burgers een rechtszaak gestart tegen de Franse overheid, omdat zij in de dagen na de ramp geen alarm sloeg en de bevolking niet van het gevaar op de hoogte bracht.

De cijfers zijn dus hypothetisch. Ze lijken meer op heksenjacht, op irrationele bewijzen. Niemand kan precies vertellen of de kankers te wijten zijn aan Tsjernobyl. Het enige zichtbare effect was dat er bij meteen een kernstop werd ingesteld voor de centrales van het Tsjernobyl-type. In 2010 zijn er wereldwijd nog 5 kerncentrales (met 16 reactoren) van het "Tsjernobyl" RBMK-type in gebruik (zij het dat naar aanleiding van de ramp wel verbeteringen zijn doorgevoerd, zoals een aanpassing van de regelstaven), waarvan het grootste deel in Rusland staat. De grootste van dit type reactoren en de enige buiten Rusland is de Ignalina-centrale in Litouwen (Ignalina-2: RBMK-1500), een Europese lidstaat.
Intussen wonen er nog altijd mensen in de zwaarst getroffen gebieden rond Tsjernobyl en viert het ramptoerisme hoog tij.

Japan 2011: op 11maart 2011 werden 4 kerncentrales en 11 reactoren getroffen door de ergste aardbeving (8,9 op de schaal van Richter) die sinds 1900 werden geregistreerd. Het betrof 3 actieve reactoren van de centrale in Onagawa, 3 actieve reactoren en 1 inactieve reactor van de centrale in Fukushima 1 (= Dai-ichi; 3 van de 6 waren niet actief i.v.m. onderhoud), 4 reactoren van de centrale in Fukushima 2 (= Daini) en 1 reactor in de centrale te Tokai Daini, ca. 120 km noordelijk van Tokyo.
.De daaropvolgende tsunami had een verwoestende werking op de kustgebieden en spoelde ook over het terrein van de Fukushima-1 Dai-ichi kerncentrale, waar grote schade werd aangericht aan o.a. het koelsysteem, waardoor branden en ontploffingen ontstonden en gevreesd werd voor meltdowns van 4 kernreactoren
In Japan worden kerncentrales automatisch stilgelegd als er grote bevingen plaats vinden. Daarna moet de reactor wel voortdurend gekoeld blijven omdat er nog wel steeds veel warmte vrijkomt in de reactor. Dat koelen gebeurt met pompen die water door de reactor spoelen. Dat pompensysteem werd echter ontregeld door een gigantische tsunami die ontstond door de aardbeving, ca. 150 km verderop in zee en die met grote kracht de kust overspoelde.
De aan zee gelegen Centrale in Fukushima Dai-ichi, waar de pompen haperden. De vierkante gebouwen zijn reactorhuizen, waarin de kernreactoren zich bevinden, die eerst zijn omhuld (beschermd) door een decimeters dikke laag staal en vervolgens door een dikke laag beton. In Fukushima zijn zowel de interne als externe (met dieselgeneratoren aangedreven) koelsystemen uitgevallen. “Dergelijke panne wordt uiterst onwaarschijnlijk geacht, maar het is sinds tientallen jaren een van de pijnpunten van kernenergie”, aldus Ken Bergeron, een fysicus die gespecialiseerd is in kernrampscenario’s.
Het IAEA (Internationaal Atoomenergieagentschap) acht op 15 maart de kans op een totale meltdown, zoals bij Tsjernobyl in 1986, vooralsnog onwaarschijnlijk. 50 "uitverkorenen" blijven werken aan het bluswerk, terwijl de ca. 750 overige werknemers uit veiligheid weg moeten blijven.
 
Alarmfases
Alarmfases bij kerncentraleongevallen worden geschaald van 1- 7.
De ramp bij Tsjernobyl in de Oekraïne in 1986 werd ingeschaald als trede 7; de kerncentraleramp bij Harrisburg, USA in 1979 als trede 5 à 6. Op 15 maart 2011 schaalt de Japanse regering de ramp nog op trede 4 in, maar de Franse nucleaire veiligheidswaakhond ASN stelt dat het incident minstens op de 5e en wellicht op de 6e trede moet worden ingeschaald, vergelijkbaar met het incident in Harrisburg, USA. Per 15 maart heeft de Japanse regering ca. 200.000 mensen uit het gebied geëvacueerd en in de evacuatiecentra uit voorzorg 230.000 jodiumpillen gestapeld, die - als de situatie het vereist - moeten voorkomen dat de schildklieren der evacués radioactief besmet jodium opnemen.


Mijnrampen in vergelijk met nucleaire rampen.

Ik laat hier een lijstje volgen over de slachtoffers van mijnrampen in België, te beginnen met het jaar dat er voor het eerst dode mijnwerkers werden opgeteld. U kunt dit overslaan, want het is een lange lijst en ik heb ook de moeite niet genomen om het aantal doden op te tellen. In vergelijking met het aantal kernongevallen (5) is het risico op een kernramp bijna oneindig klein. Het enige verschil is dat arm en rijk, jong en oud, door de fall-out getroffen kan worden, hoewel we dit ook moeten nuanceren. We zullen dit ook uitleggen.
Mijnwerk bestaat al duizenden jaren en mijnrampen dus ook. Om je een idee te geven: Chinese mijnen worden beschouwd als de meest onveilige ter wereld. Vorig jaar kwamen volgens de officiële cijfers 2.631 Chinese mijnwerkers om het leven. Wereldwijd zijn er dat naar schatting 12.000 per jaar, maar dat cijfer is verre van volledig omdat veel ongevallen niet gerapporteerd worden.

Wat België betreft volgt hier een bijna eindeloze lijst van mijnrampen. Je zult wel moeten toegeven dat de kompels een allesbehalve veilig bestaan leidden. Zo’n lijst kom je niet tegen in het ongevallenbestand van de kerncentrales.

Hier volgt de lijst (bron: Wikipedia)
 
1514 In het land van Luik komen in de groeve van Barbeau de Wez 98 mijnwerkers om het leven door de 'grisou' (mijngas).
1515 Door een overstroming komen (eveneens in het land van Luik) in de groeve van Hurbise de Glain 88 mijnwerkers om het leven.
1582 In de Picartegroeve bij Frameries komen 6 mijnwerkers om het leven.
1589 In de Moreaugroeve bij Frameries komen wederom 6 mijnwerkers om het leven. De oorzaak is mijngas.
1597 In de Des Six Paumes kolenmijn bij Wasmes vallen 6 doden en 4 zwaargewonden.
1663 14 augustus - In de Luquetmijn bij Élouges komen 12 mijnwerkers om het leven door mijngas.
1705 17 mei - In een mijn bij Pâturages komen door mijngas 12 mijnwerkers om het leven.
1726 In de Luquetmijn bij Élouges komen 10 mijnwerkers om het leven door mijngas.
1743 In de Duriau-Liberzéemijn bij La Bouverie vallen 12 (mogelijk 15) doden door mijngas.
1748 Nabij Frameries (In de Puits N° 2mijn in de l’Agarppe) eist mijngas 12 slachtoffers.
1750 Door een overstroming in een mijn nabij Frameries komen 10 mensen om het leven.
1756 14 maart - In de Bois de Boussumijn komen door verdrinking 9 mensen om het leven.
1758 In de Agrappe N° 2mijn bij Frameries vallen 8 doden.
1760 17 mei - In de Clayeaugroeve bij Cuesmes komen door verdrinking 10 mensen om.
17 december - In de l’Empluméemijn bij Gosselies verdrinken 6 kompels.
In de mijn Luquet bij Élouges komen door mijngas 10 mensen om.
1761 In de Grand Andrieumijn bij Dour kost mijngas 8 mensenlevens.
Een steengroeve bij Wasmes wordt getroffen door een overstroming. 21 doden.
1763 In de mijn N°4 bij Élouges vallen 8 doden door mijngas.
1768 In de Grande Chevalièremijn (Grote Steenkolenmijn) van Pâturages komen 7 mijnwerkers om het leven.
1770 29 mei - Door verdrinking komen in de Petite Picartemijn bij Wasmes 8 mensen om.
1771 18 maart - 12 personen komen om het leven in de Longterne Trichèresmijn bij Dour.
1774 19 juni - In de Grisoeuil steenkolenmijn bij Pâturages verdrinken 11 mensen.
1775 22 oktober - Bij Élouges komen 12 mijnwerkers om het leven na verstikking door mijngas.
1776 In de l’Avant-Gardemijn bij Baisieux vallen 10 doden.
1777 In de Longterne Trichèresmijn bij Dour komen 10 mijnwerkers door verstikking om.
1779 In de Brunehautmijn bij Baisieux kost een ongeluk 8 levens.
1781 Door een instorting in de Grisoeuilmijn bij Pâturages vallen 6 doden.
1786 De Renardgroeve nabij Quaregnon overstroomt, waardoor 6 arbeiders verdrinken.
1793 4 juni - In Jemappes kost een mijnongeluk 6 mensen het leven.
10 juni - 7 doden vallen in de du Bahut N°1mijn bij Wasmes
15 juni - Door mijngas vallen in de Longternemijn bij Dour 5 doden.
1801 Door een overstroming komen in de Fosse du Baquetmijn bij Châtelet 8 arbeiders om het leven.
1812 Bij een grote mijnramp in de Hornuzmijn bij Tilleur (Provincie Luik) komen 67 mensen door asphyxie (verstikking) om het leven.
Bij Ans komen door een kabelbreuk in de lift van de Hardymijn 25 mensen om.
1813 4 augustus: 17 arbeiders in een kolenmijn bij Charleroi komen om wanneer hun gang volloopt met water.
1818 21 april: Bij twee mijnrampen in een steenkolenmijn bij Wasmes komen 39 mensen om het leven.
In de Monseigneurmijn bij La Bouverie verdrinken 6 arbeiders.
1819 9 april: In de l’Escouffiauxmijn, bij Wasmes, vallen 91 doden door mijngas.
[bewerken] 1820-1830
1822 17 april: Ongeluk in de Garde de Dieumijn bij Wasmes. 11 doden.
In de Amercoeurmijn bij Jumet komen door een volgelopen gang 25 mensen om.
1824 17 april: In de Fayamijn bij het dorp Lodelinsart verdrinken 10 arbeiders nadat een gang plotseling volloopt.
1829 26 augustus: In "De Hoop", een steenkolenmijn, bij Seraing komen 36 mijnwerkers om het leven door een gasexplosie.
1832 18 juni - In de Trieu-Kaisinkolenmijn bij Châtelineau worden 5 kompels gedood door mijngas.
1833 4 september - In de kolenmijn van St. Berleur bij Luik komen 14 mijnwerkers om het leven door verdrinking nadat enige gangen vol water zijn gelopen.
1834 In de Mécaniquemijn bij Montignies-sur-Sambre komen 9 mijnwerkers om het leven.
1835 18 april - In de Trieu-Kaisinmijn bij Châtelineau vallen 15 doden door methaangas.
Op 6 november vallen de Trieu-Kaisinmijn bij Châtelineau nog eens 7 doden.
1839 16 april - Mijnramp in de Crachet-Picquerykolenmijn. 28 doden.
3 mei - 14 doden in de Saint-Henry au Bayemont bij Jumet. De oorzaak is mijngas.
1840 7 juli - In de Saint-Henrymijn bij Jumet komen 7 mijnwerkers om het leven.
1841 21 november - Door een instorting in de La Boulemijn bij Pâturages vallen er 28 doden.
1842 6 juli - Door een aardverschuiving in de Petite Forêt N°10mijn bij Châtelineau vallen 7 doden.
1843 1 juni - In de Chauve à Rocmijn bij Marchienne-au-Pont vallen 7 slachtoffers door mijngas.
15 november - In de Sainte-Marie de la Réunionmijn bij Mont-sur-Marchienne komen bij een ongeluk 6 mensen om het leven.
1845 8 maart - Mijnongeluk in de Forêt N° 8mijn nabij Châtelineau. 5 doden.
15 maart - Door mijngas vallen er 10 doden in de Saint-Augustinmijn bij Marchienne.
1 augustus - Door twee ongevallen in de N°5 mijn bij Marcinelle komen 16 mensen om het leven.
Mijnramp in de Nord du Boismijn bij Boussu. 42 doden.
1846 5 september - Door een ongeluk in de Sainte-Suzannemijn bij Marchienne vallen er 10 doden.
1850 23 november - Een aardverschuiving kost 5 mensen het leven in de Gouffre N° 5mijn.
Een kabelbreuk in een liftkoker kost 12 mensen het leven in de Saint-Françoismijn bij Farciennes.
Mijnramp nabij Quaregnon. 76 doden.
1852 Twee mijnrampen nabij Longterme, waarbij respectievelijk 66 en 24 doden vallen.
1854 22 januari - In de Sainte-Suzannemijn bij Marchiennes komen door verstikking 25 mensen om.
geen datum - Bij een tweede ongeluk in de Sainte-Suzannemijn komen nog eens 5 mensen om.
1859 7 september - Mijnramp te Dour. In een mijngang worden later 61 dode lichamen gevonden.
1860 23 december - Kabelbreuk in de lift van de Saint Henrimijn bij Marchiennes. 13 doden.
1863 Geen datum Mijnramp in de Sainte Catherinemijn. 17 doden.
1864 12 januari - Instorting van een mijngang in de l’Agrappe N° 3mijn bij Frameries. 15 doden.
12 januari - Kabelbreuk in de [[[Trieu-Kaisin N° 8]]mijn bij Châtelineau.
1865 1 februari - Mijnramp in Midimijn nabij Dour. 57 doden.
1866 Mijnramp bij de Grand-Traitmijn. 14 doden.
1868 24 juni - Bij de steengroeve van Quenast vindt een zware explosie plaats, wanneer een wagen met 1800 pond nitroglycerine uit Duitsland arriveert. Er vallen 10 doden.
Mijnramp Produits de Flenu. 55 doden.
1869 5 mei - Kabelbreuk in de Grand Bordia bij Gosselies. 8 doden.
16 oktober - Overstroming in de Gouffre N° 7 kolenmijn bij Châtelineau. 28 doden.
1871 25 september - Mijnramp in mijn Wasmes nabij Hornu. 35 doden.
5 december - Een kabelbreuk kost 21 mijnwerkers het leven in de Marcinelle du Nord N° 6mijn in Marcinelle.
9 december - In de Marcinelle du Nord N° 6mijn in Marcinelle komen 14 mensen om het leven door mijngas.
Geen Datum - Een week later komen in de Marcinelle du Nord N° 6mijn in Marcinelle 10 mensen om het leven.
1872 23 november - In de Grande Machine à Feumijn bij Dour vallen 14 doden door mijngas.
5 december - In de Réunismijn bij Charleroi komen 21 mensen om door een kabelbreuk.
1873 In de Monceau-Fontainemijn bij Forchies komen 5 mijnwerkers om het leven.
1874 Mijnramp in de Bellevuemijn nabij Dour. 35 doden.
1875 23 maart - Door de instorting van een gang in de Fiestauxmijn nabij Couillet vallen er 8 doden.
16 december - Door mijngas in de Cour de l’ Agrappemijn bij Frameries vallen er 112 doden.
1879 17 april - Op 610 meter diepte vind in de Cour de l’ Agrappemijn bij Frameries een grote explosie plaats. 121 doden.
1880 1 april - Een explosie in de Bois-de-La-hayemijn bij Anderlues eist 49 levens.
19 november - Na een gasontploffing komen in de Grand Buissonmijn nabij Hornu 15 mensen om het leven.
Geen datum - Mijnramp in Bois de St. Ghislangmijn te Dour. 9 doden.
1881 5 april - Een explosie in de Marcinelle du Nord N° 6mijn in Marcinelle eist 16 levens.
6 december - Door een gasexplosie in een steenkolenmijn te Seraing komen 66 mijnwerkers het leven.
Mijnramp in Grand Buisson nabij Hornu. 15 doden.
1884 9 augustus - In de Marcinelle du Nord N° 6mijn in Marcinelle vallen door mijngas 12 doden.
Mijnramp in de St. Juliemijn nabij Dour. 25 doden.
1885 2 oktober - Mijnramp in de Couche Luquetmijn nabij Hornu. 8 doden.
1887 4 januari - Mijnramp in de Veinne Abbayemijn nabij Hornu. 39 doden.
4 maart - Door een explosie in de Toute Bonnemijn nabij Quaregnon vallen er 113 doden.
1888 13 november - Mijnramp in de Grande Machinemijn nabij Dour. 32 doden.
1891 19 september - Mijnramp in de Monceau-Fontainemijn, 127 doden
Mijnramp in de Grande Machine à Feumijn. Door mijngas vallen er 21 doden.
1892 19 september - Mijnramp in de Cour de l’ Agrappe bij Frameries. 192 doden.
5 september: Door een ontploffing in de steenkolenmijn Cour de l’ Agrappe bij Frameries komen 25 mensen om het leven.
Geen datum - Mijnramp Crachet-Picquery. 22 doden.
Geen datum - Mijnongeluk bij Wasmes (l'Escouffiaux N° 8). 22 doden.
1894 2 mei - Mijnramp in de Saint-Emmanuelmijn te Bois-du-Luc bij La Louvière, 9 doden en 6 gewonden.
2 mei - In mijn N° 4 bij Anderlues vallen 7 doden.
29 juni - In de Mambourgmijn nabij Charleroi komen 5 mijnwerkers om het leven.
1898 26 mei - Mijnongeluk in de Saint-Arthurmijn bij Morlanwelz-Mariemont. 8 doden.
26 mei - Mijnramp in de Crachet-Picquerymijn bij Frameries door mijngas. 26 doden.
1901 24 april - Mijnramp in Grand Buissonmijn nabij Hornu. 19 doden.
1903 4 december - Na het breken van een liftkabel stortten, in de nacht van 3 en 4 december, 12 mijnwerkers 245 diep naar beneden in een kolenmijn te Montigné.
1905 7 juli - Mijnramp in de Le Viernoymijn nabij Anderlues. 16 doden.
1906 8 augustus - Mijnramp in Bois du Caziermijn nabij Marcinelle. 9 doden.
1908 20 januari - Door een instorting komen in een mijn bij Quaregnon 18 mensen om het leven.
Mijnramp in Sans Calottemijn nabij Flenu. 18 doden.
1909 7 mei - Door een instorting komen in de Nord N°8mijn bij Courcelles 6 mensen om het leven.
1920 7 mei - In de Gouffremijn nabij Châtelineau komen na een het vrijkomen van mijngas 6 personen om het leven.
12 september - Mijnramp in Forte Taillemijn in Montigny-le-Tilleul. 12 doden.
1921 24 oktober - Door een instorting komen 6 mijnwerkers in de Deschassis du Mambourgmijn bij Charleroi om het leven.
15 december - In de Saint-Andrémijn bij Montignies-sur-Sambre vallen 9 slachtoffers door mijngas.
Geen datum - Mijnramp in Mide de Monsmijn nabij Ciply. 21 doden.
1923 20 augustus - In de Martinet N°4 bij Monceau-sur-Sambre komt mijngas vrij. 5 doden.
1924 24 april - Ongeluk, door vrijkomen gas, in de Cerisier N° 10 nabij Marcinelle. 6 doden.
14 augustus - Mijnramp in de Caribiniermijn nabij Pont du Loup. 24 doden.
1926 12 maart - Door mijngas komen in de Bas-Longs-Présmijn bij Marchienne 6 mensen om.
1927 15 april - Mijnramp in de Estinnes au Valmijn bij Bergen. 32 doden.
1928 9 augustus - Vijf mensen verdrinken in een mijn bij Hoei na een overstroming.
1929 30 maart - Mijnramp Waterschei. 27 doden.
Mijnramp in Fief de Lambrechesmijn nabij Pâturages - 6 doden.
Mijnramp in de St. Paulmijn in Haine - 18 doden.
1930 8 maart - Mijnramp in de Bois du Caziermijn nabij Marcinelle. 16 doden.
3 april - Mijnramp in de Longtene-Ferrandmijn nabij Élouges. 20 doden.
30 oktober - Een gasontploffing in de Forte Taillemijn nabij Montigny-le-Tilleul. 5 doden, waaronder 3 Italianen en een Pool.
1931 Mijnramp in de Bas Long Pre nabij Marchiene au Pont. 17 doden.
1932 7 februari - Mijnramp in Monceau-Fontainemijn nabij Marcinelle. 17 doden.
8 februari - Ongeluk in de Sainte Margueritemijn nabij Peronnes lez Binche. 6 doden.
1934 15 mei en 17 mei - Twee grote mijnrampen na elkaar in Pâturages. Op 15 mei komen 42 mijnwerkers door een gasontploffing om het leven. Een nieuwe explosie, op 17 mei, doodde nog eens 15 leden van de reddingsploeg.
1935 19 januari - Mijnramp in de Homventmijn nabij Beyne-Heusay. 9 doden.
Mijnongeluk in de ‘l Aumoniermijn nabij Luik. 10 doden.
1936 1 oktober - Mijnramp in de Le Grand Traitmijn nabij La Bouverie. 30 doden.
1937 30 april - Mijnongeluk in Charbonnages Runis du Mambourgmijn nabij Charleroi. 6 doden.
1938 Geen datum - Mijnramp in Lambertmijn nabij Pommerœul en Hensies . 30 doden.
1939 1 november - Ongeluk in de Crachetmijn nabij Frameries. 12 doden.
Geen datum - Ongeluk in de Lambertmijn nabij Hensies Pommerœul. 5 doden.
1940 7 februari: Na een brand ontstaat mijngas in de Monceau-Fontainemijn nabij Marchienne au Pont. 26 doden.
1941 5 juli: In het kolenbekken van Ressaix bij Charleroi doet zich een kolenstofexplosie voor. 7 doden en 7 zwaargewonden.
21 juni: Door een explosie komen in de steenkolenmijn van Beringen 9 kompels om het leven.
Geen datum - Mijnramp in mijn Bas Long Pre nabij Marchienne au Pont. 6 doden.
1946 7 mei: Mijnramp in Sacre Francais nabij Dampremy. 16 doden.
1950 11 mei: Ontploffing (waarschijnlijk door mijngas) in de Mariemont-Bascoupmijn nabij Piéton (Henegouwen). 39 doden.
17 april: Mijnongeluk in de Pechon de Moncheau-Fontaine nabij Couillet. 10 doden.
21 november: Gasontploffing in de Steenkoolmijn van Zwartberg. 12 mensen komen om het leven.
1953 13 januari: Mijnramp in de Escouffiaux nabij Wasmes. 20 doden.
24 oktober: Mijnramp in de Ougree-Marihayemijn nabij Seraing. 26 doden.
1956 februari: Mijnramp te Quaregnon, 8 doden.
8 augustus: Mijnramp van Marcinelle, 262 doden. Eén van de grootste rampen uit de Europese mijnbouwgeschiedenis. Onder de doden zijn 136 Italianen en 95 Belgen.
1962 11 mei: Een instorting in de Petit-Try de Lambusartmijn kost 6 mijnwerkers het leven.
1972 8 november: In de Pêchon N° 25mijn bij Couillet komen 6 mensen om het leven na het vrijkomen van mijngas.
1984 8 maart: Grauwvuur in de Steenkoolmijn van Eisden. 7 doden

RADIOACTIEVE WOLK (fall-out)

AMSTERDAM - De radioactieve rookpluim van de gehavende kerncentrale in Japan, is mogelijk op weg naar de Verenigde Staten. Dat blijkt uit weersvoorspellingen van de Verenigde Naties, meldt de New York Times. De wolk met radioactieve deeltjes zou vrijdagavond (lokale tijd) al de kust van Californië bereiken.
Experts benadrukken dat de concentratie gevaarlijke deeltjes sterk is afgenomen tegen de tijd dat de wolk de Amerikaanse kust bereikt en dat deze in het ergste geval een 'extreem miniem' effect op de volksgezondheid hebben. De voorspelling van de VN geeft geen informatie over de mate van radioactiviteit, alleen over de verwachte bewegingen van de wolk. Die kan overigens nog veranderen, als de weersomstandigheden veranderen.

Laten we de belangrijkste oorzaken van de angst bij de bevolking met betrekking tot de dodende wolk onderhanden nemen.

Straling

Op scientias.nl lezen we het volgende:
Om te beginnen is radioactieve straling niet ‘radioactief’. Daarom noemen wetenschappers radioactieve straling liever ioniserende straling. Ioniserende straling is straling die energetisch genoeg is om een elektron uit de buitenste schil van een atoom te slaan. Wanneer dit gebeurt, dan wordt een atoom geïoniseerd. Dit is gevaarlijk, want ionen kunnen ook andere atomen ioniseren. Hierdoor kunnen DNA-moleculen worden beschadigd en lichaamscellen veranderen.
Ioniserende straling is overal. Wist u dat er jaarlijks 2.000 mensen in Nederland overlijden aan straling? Eén op de twaalf gevallen van longkanker is het gevolg van het inademen van radon-vervalproducten in huis. In bouwmaterialen en in de bodem zit het radioactieve edelgas radon. Radon vervalt in de lucht naar een aantal vaste vervalproducten die het longweefsel kunnen beschadigen. Vooral in nieuwbouwwoningen is de concentratie relatief hoog (30 Bq/m3).
Jodium-131: zelfs in geringe mate kan straling dus al dodelijk zijn. Bij de problemen met de kerncentrale in Japan zijn verschillende gassen vrijgekomen, zoals jodium-131, cesium, xenon en krypton. Xenon en krypton worden niet door het lichaam opgenomen en hebben dus weinig effect. Jodium-131 en cesium wel. Zo wordt jodium gebruikt door de schildklier om hormonen aan te maken. Jodium-131 is echter schadelijk en geeft zogenoemde bètadeeltjes af. Als jodium-131 wordt opgenomen door de schildklier, dan kan dit leiden tot schildklierkanker. Na de ramp met de kerncentrale in Tsjernobyl in 1986 ontwikkelden meer dan 6.000 mensen schildklierkanker, waarschijnlijk door het drinken van besmette melk in de kindertijd. Jodium-131 lijkt geen effect te hebben op volwassenen.
Gelukkig is er een oplossing. Wanneer kinderen pillen krijgen met de niet-radioactieve isotoop van jodium, dan raakt de schildklier verzadigd met veilig jodium en neemt de klier geen radioactieve jodium meer op.
Daarnaast vervalt radioactief jodium binnen twee maanden na een kernramp.
Cesium-137: de effecten van cesium zijn nog niet voldoende in kaart gebracht om te bepalen wat de gezondheidsrisico’s zijn. Wel zijn wetenschappers het erover eens dat cesium-137 niet één plek in het lichaam aantast, maar het hele lichaam. Een hoge dosis cesium-137 zorgt waarschijnlijk voor een grotere kans op kanker. Maar let op: dit is wetenschappelijk nog niet bewezen!
Een nadeel is dat de halfwaardetijd van cesium-137 erg hoog is, namelijk dertig jaar. Deze straling blijft dus lang hangen.

Stralingsziekte

Een korte blootstelling aan straling kan leiden tot stralingsziekte. Des te hoger de dosis straling, des te groter de kans dat een persoon in coma raakt en overlijdt. Symptomen van stralingsziekte zijn vermoeidheid, huiduitslag, diarree, braken en misselijkheid.
Nabij de poort van de Japanse kerncentrale werd maandag 11.930 microsieverts straling per uur gemeten. Dit is erg veel. Een totale dosis van 4.000 tot 6.000 microsieverts (mSV) kan al dodelijk zijn. Gelukkig daalt de hoeveelheid straling op dit moment. Daarnaast gaat het om een heel klein gebied, namelijk de kerncentrale en de directe omgeving.
Gevolgen: het is moeilijk om nu al te zeggen wat de gevolgen zijn van de kernramp in Japan. De ramp is qua grootte vergelijkbaar met de gedeeltelijke meltdown in de Verenigde Staten in 1979. Een actiegroepering beweert dat jonge volwassenen in de nabije omgeving van de kerncentrale – die foetussen of baby’s waren ten tijde van de Amerikaanse kernramp – vaker kampen met ziekten en een grotere kans hebben om te sterven aan een ziekte. Volgens wetenschappers valt dit wel mee en zijn er niet voldoende gegevens om de claims van de actiegroepering te bevestigen.
De situatie in Japan valt gelukkig nog mee. Volgens Japanse media is één Japanse werknemer blootgesteld aan een dosis van 100 mSV. Dit zorgt voor een verhoogde kans op kanker, om precies te zijn: een verhoging van een half procent. Deze dosis is vergelijkbaar met vijf CT-scans.
Daarnaast zijn bewoners vorige week direct geëvacueerd. Zelfs al verergert de situatie in Japan, dan nog zal het aantal slachtoffers meevallen.
Tsjernobyl 2.0? Nee, dat is op dit moment nog overdreven.

Kernafval

Volgens het Zwitserse onderzoeksinstituut Prognos in Basel is er nog altijd geen oplossing voor de opslag van het hoog radioactief afval, met alle veiligheidsrisico's van dien.
In Duitsland is discussie of de opslag in Gorleben juridisch nog langer mogelijk is.
In Frankrijk is een fel debat ontstaan over de opslag van nucleaire restmaterialen in Rusland: daar wordt 10% van het materiaal weer opgewekt, maar 90% blijft onder de blote hemel in het Siberische Seversk liggen, overgeleverd aan
de weergoden of mensen met minder goede bedoelingen. Nog meer ophef veroorzaakte de ontmanteling van de fabriek in Kadarasj, waar mengoxide (mox) werd gemaakt. Officieel moest er 8 kilo aanwezig zijn, maar bij de ontmanteling werd drie keer zo veel Plutonium aangetroffen. De Franse regering vraagt zich nu af of de nucleaire boekhouding wel op orde is (sic!).
Het Internationaal Atoomenergie Agentschap definieert radioactief afval, nucleair afval of kernafval als materiaal dat radioactieve isotopen bevat of daarmee gecontamineerd is, in concentraties hoger dan wat minimaal meetbaar is en waarvoor geen praktische toepassingen bekend zijn. Afhankelijk van onder meer de halveringstijd is dit afval gedurende korte of langere tijd (tot wel duizenden jaren) gevaarlijk voor de volksgezondheid en het milieu.
Herkomst: kerncentrales zijn belangrijke bronnen van radioactief afval. Verbruikte brandstof, eventueel na opwerking, bevat grote hoeveelheden radioactief uranium, plutonium, cesium en tal van andere isotopen waarvoor geen toepassingen zijn. Bij de ontmanteling van een kerncentrale komen grote hoeveelheden bouwmaterialen, pijpleidingen, enz., vrij die uiterst radioactief zijn. Moderne geneeswijzen in ziekenhuizen leveren een breed scala aan radioactief afval. Tal van industrietakken zoals de olie-industrie en landbouw en onderzoekscentra produceren grote hoeveelheden afval dat radioactief is. Bij de ontwikkeling van kernwapens komt radioactief materiaal vrij waar niets mee gedaan kan worden. Ook bij de winning en verwerking van nucleaire brandstof ontstaat radioactief afval. Tenslotte levert de radioactief afval verwerkende industrie zelf ook radioactief afval.
Het afval kan van heel verschillende aard zijn. Vaste stoffen bijvoorbeeld verbruikte brandstofstaven, filters, gereedschappen, verontreinigde grond en kleding, maar ook vloeistoffen zoals koelwater of oplosmiddel dat radioactieve stoffen bevat. In principe wordt elke vorm van afval dat radioactief besmet is, gerekend tot radioactief afval.
Oplossing afvalprobleem: op dit moment is er geen goede oplossing voorhanden voor het afvalprobleem. Zo brengt verwerking en opslag van radioactief afval problemen met zich mee. In het verleden heeft men afval gedumpt, maar vanwege internationale regels mag dit niet meer. Nu wordt afval vaak opgewerkt om zoveel mogelijk bruikbare stoffen eruit te halen. Daarna wordt het afval tijdelijk opgeslagen totdat er een permanente opslag is. Het afval dusdanig bewerken en verwerken dat het niet meer schadelijk meer is, is met de huidige stand van de techniek niet mogelijk.
In 2003 is in het Verenigd Koninkrijk (dat in 2001 al met 10.000 ltn radioactief afval in zijn maag zat een comité opgericht dat op zoek moest gaan naar andere mogelijkheden. Daaruit zijn enkele ideeën naar voren gekomen:
De ruimte inschieten naar de zon of buiten het zonnestelsel. Het risico daarbij is dat tijdens de lancering problemen kunnen optreden en een explosie hoog in de aardatmosfeer zou een wereldwijde ramp opleveren.
Tussen tektonische platen door naar de mantel van de aarde. Met de huidige stand van de techniek is dat onmogelijk.
Opslaan op Antarctica. Afgezien van het Antarctisch Verdrag dat dat onmogelijk maakt, is de grond daar niet stabiel genoeg en toekomstige klimaatveranderingen kunnen er toe leiden dat het afval alsnog in zee terecht komt.
Opslaan of dumpen op de bodem van de oceaan. In het verleden is dat gedaan, maar dat is nu door internationale verdragen verboden vanwege de risico's op lekkage.
Verdunnen en dumpen in zee. Op kleine schaal gebeurt dat al, maar op grote schaal is dat niet mogelijk zonder dodelijke gevolgen voor het leven in, op en aan zee.
Tussen 1946 en 1982 hebben de Verenigde Staten en verschillende Europese landen, waaronder Nederland en België, radioactief afval gedumpt in de Grote en Atlantische Oceaan. Het radioactieve afval werd meestal verpakt in vaten gevuld met beton, zodat het afval de zeebodem intact zou bereiken. Met het Verdrag van Londen werd in 1975 het in zee storten van hoogactief afval verboden. Op het storten van laagactief afval kwam in 1983 een internationaal moratorium. Uiteindelijk is er op 20 februari 1994 een wereldwijd verbod gekomen op het dumpen van radioactief materiaal in zee.
Tussentijdse opslag: laagradioactief afval met hoofdzakelijk kortlevende isotopen wordt bovengronds opgeslagen, meestal in grote hallen. Na verloop van tijd, afhankelijk van het soort afval kan dit tientallen of honderden jaren zijn, is de activiteit van dat afval dusdanig afgenomen dat het geen gevaar oplevert. Hoogradioactief afval wordt veelal eerst voor enkele jaren opgeslagen in tijdelijke depots om af te koelen en de meeste activiteit kwijt te raken. Daarna wordt het voorbereid op een permanente opslag. Bij de in Europa meest toegepaste methode wordt het hoogradioactieve afval gemengd met glas. Dit mengsel wordt gesmolten en opgeslagen in roestvrij stalen containers. In plaats van glas is het gebruik van Synroc in opkomst. Synroc is keramisch materiaal dat betere eigenschappen heeft dan glas. In plaats van glas en Synroc wordt soms ook gebruikgemaakt van ijzer en koper containers die vervolgens in keramisch materiaal worden ingepakt.
Eindopslag: met eindopslag wordt het ondergrond opslaan van radioactief afval bedoeld met als doel het uit de atmosfeer en biosfeer houden van radioactieve isotopen. Hoewel het op het eerste gezicht vrij eenvoudig lijkt om hoogradioactief afval voor zeer lange tijd onder de grond op te bergen, zitten er nogal wat haken en ogen aan. Enerzijds moet het afval bereikbaar blijven voor als er in de toekomst betere manieren worden ontwikkeld voor opslag en verwerking. Anderzijds moet het volledig geïsoleerd zijn van de biosfeer, bestand zijn tegen klimaatveranderingen en buiten handen van terroristen blijven.

Eindopslag in Europa

Op 6 november 2002 heeft de Europese Commissie besloten dat de lidstaten uiterlijk in 2008 geschikte ondergrondse opslagplaatsen moeten hebben aangewezen en in 2018 moet het eerste langlevende en hoogradioactieve afval in de grond verdwijnen. Voor afval met voornamelijk kortlevende isotopen moet dat in 2013 al gebeuren. In 2003 was al duidelijk dat geen van de lidstaten aan deze eisen kan voldoen[]. In Frankrijk, Duitsland, België, Nederland en het Verenigd Koninkrijk lopen sinds 1981 onderzoeken naar geschikte locaties voor ondergrondse opslag. Hiervoor komen in eerste instantie zoutkoepels en kleilagen in aanmerking. In Finland en Hongarije wordt er voornamelijk gekeken naar opslag in graniet.
België: het Studiecentrum voor Kernenergie te Mol onderzocht de mogelijkheid om radioactief afval te bergen in de Boomse kleilaag op 200 meter diepte. Hiervoor wordt gebruikgemaakt van het HADES laboratorium in deze kleilaag. In 2010 maakte de Nationale Instelling voor Radioactief Afval en verrijkte Splijtstoffen (Niras) bekend dat de ondergrond van 22 Kempense gemeenten in aanmerking komen voor de ondergrondse berging van hoogradioactief afval. Het Nederlandse drinkwaterbedrijf Brabant Water heeft hier formeel bezwaar tegen gemaakt vanwege de risico's die deze berging met zich meebrengt.
Duitsland heeft twee locaties waar geëxperimenteerd wordt met ondergrondse opslag. In het Duitse Gorleben is een laboratorium gebouwd voor onderzoek naar ondergrondse opslag in de zoutkoepel Gorleben, maar ook daar zijn om uiteenlopende redenen de werkzaamheden gestaakt. Desondanks zijn er meerdere treinladingen met hoogradioactief afval vanuit de opwerkingsfabriek in Le Havre in Gorleben gearriveerd, wat heel wat controversen opleverde. De Castorvaten staan daar nu te wachten op een oplossing, die er vooralsnog niet is. In de zoutkoepel Asse II nabij Wolfenbüttel in het oosten van Duitsland ligt licht- en middelradioactief afval opgeslagen, maar nadat nog geen tien jaar na ingebruikname de koepel volliep met water en er instortingsgevaar optrad, is in mei 2000 besloten daarmee te stoppen. Nadat bij onderzoek bleek dat de vaten in de opslag van Asse lek waren geslagen en een bedreiging vormen voor het grondwater is besloten om de opslag Asse weer te ontruimen. De kosten hiervan zijn nog onbekend.
Engeland: naast de opwerkingsfabriek van Sellafield in het noordwesten van Engeland is een onderzoek naar ondergrondse opslag begonnen, maar na twijfels over geologische stabiliteit en grondwaterstromen is ook dat onderzoek gestrand.
Finland: op het Finse eiland Olkiluoto wordt naast de Finse kernenergiecentrale Olkiluoto, 25 kilometers ten noorden van de stad Rauma, de eindopslag Olkiluoto gebouwd.
Frankrijk: in de regio van het Franse Bure is een laboratorium gebouwd om te onderzoeken in hoeverre de kleilagen geschikt zijn.
Hongarije heeft in de plaats Bátaapáti een opslagfaciliteit gerealiseerd voor laag- en middelactief radioactief afval. De permanente opslag is in een granietformatie gehouwen.
Nederland: de CORA (Commissie Opberging Radioactief Afval) heeft zeven locaties in Friesland, Groningen en Drenthe aangewezen als mogelijke kandidaten, maar sinds 2002 ligt dat onderzoek stil. In 2010 heeft de COVRA (de centrale organisatie voor radioactief afval) een nieuw onderzoek aangekondigd naar de optie van afval opslag in kleilagen.
Zweden: in Zweden ligt op een diepte van ongeveer 500 meter diepte een granietlaag die geschikt is bevonden om hoogradioactief afval duizenden jaren veilig op te slaan en rond 2020 moet deze opslagruimte (KBS-3) in gebruik worden genomen.
De Verenigde Staten: de gesloten en verzegelde vaten worden voor onbepaalde tijd opgeslagen. In New Mexico (Verenigde Staten) wordt hiervoor onder andere gebruikgemaakt van de Waste Isolation Pilot Plant (WIPP); een ondergrondse opslagplaats op 650 m diepte in een zoutlaag onder de Chihuahua woestijn, die al minstens 200 miljoen jaar geologisch stabiel is. WIPP is de eerste ondergrondse ruimte voor permanente opslag van afval dat is overgebleven van kernwapenproductie en sinds 26 maart 1999 in gebruik. Deze opslagruimte is echter ongeschikt voor hoogradioactief afval dat warmte uitstraalt (HLW).
In Yucca Mountain was een ondergrondse opslagplaats in aanbouw voor warmte-uitstralend hoogradioactief afval uit commerciële kerncentrales. Eerst was het plan om deze opslagplaats rond 2010 in gebruik te nemen. President Obama heeft echter in februari 2009 besloten om uit te zien naar andere mogelijkheden om kernafval definitief op te slaan, omdat Yucca niet voldoet aan de eisen die worden gesteld aan een eindopslag.
Japan houdt zich sinds oktober 2000 het Nuclear Waste Management Organization of Japan (NUMO) bezig met onderzoek naar ondergrondse opslag van hoogradioactief afval. Dit consortium verwacht rond 2040 dusdanig ver gevorderd te zijn met het onderzoek dat rond die tijd de eerste mijnen in gebruik kunnen worden genomen.

Kernenergie wordt minder controversieel als het kernafval onschadelijk kan gemaakt worden in plaats van het voor duizenden jaren onder de grond te stoppen. Fysici van de Universiteit van Texas hebben een systeem ontwikkeld om het afval van kerncentrales te neutraliseren. Dit gebeurt met een hybride fusie-fissie reactor. Bij de fusie (samensmelten, zoals bij de waterstofbom) komen neutronen vrij die de fissie (kerndeling, zoals bij een kerncentrale) van het kernafval gecontroleerd aan gang houden.
Het idee is niet nieuw, maar was technisch moeilijk realiseerbaar omwille van de gigantische hitte van het proces. De oplossing werd gevonden in de toepassing van een "magnetische fles" die het fusieplasma bij elkaar houdt. Het systeem kreeg de naam van Compact Fusion Neutron Source, maar moet nog gebouwd worden. Hiervoor zijn nog vele simulaties nodig en moeten ook nog fondsen gevonden worden. (express.be)

Angst is de beste drijfveer om mensen braaf te houden (Alexander Shukin)


Je kunt deze bijdrage ook downloaden en afdrukken op ons forum