woensdag 23 maart 2011

OLIE

Troepen van de Libische leider Muammar Gaddafi hebben opnieuw de aanval ingezet om steden en olie-installaties te heroveren op de opstandelingen.
Bij het horen dat olievoorraden werden bedreigd, schoot de NAVO in actie. Met een simpele streek van de pen werd de Libische no-flyzone uitgebreid tot militaire zone. Er ontstaat een nieuw soort concept: de oil control zone, die verder gaat dan de no-fly zone. Die namelijk de weg opent naar militaire grondoperaties. En dan krijgen we echte oorlog, zoals die in Afghanistan en Irak plaats heeft gehad. Hetzelfde scenario, dezelfde misdaden tegen de mensheid. En de mensheid zwijgt, of zit geïnteresseerd naar de CNN-show te kijken terwijl het zijn snack eet, en enkel begint te janken als de autobrandstof weer eens duurder wordt.
De inmenging van het westen in de problemen van Libië hebben weer eens aangetoond dat het westen de soevereiniteit van de naties aan zijn schoenen lapt.
Even uitweiden wat soevereiniteit betekent: soevereiniteit is het recht van een politieke entiteit zijn macht uit te oefenen. In het internationaal recht is soevereiniteit een belangrijk concept, daar het gaat om het respect voor elkaars grenzen en het recht om gezag uit te oefenen binnen de grenzen van een nationale staat (het zelfbeschikkingsrecht). Dit betekent dat een andere staat niet het recht heeft zich te bemoeien met de binnenlandse aangelegenheden en dat zij zich onthoudt van agressie tegen de soevereine staat. Soevereiniteit betekent ook dat een soevereine staat geen enkel gezag over een andere soevereine staat uit kan oefenen.
In de charter van de Verenigde Naties lees je dat de VN als uitgangspunt heeft dat volken soeverein kunnen leven, dat soevereine staten op voet van gelijkheid met elkaar om kunnen gaan en dat de VN de rechten van volken die nog geen eigen staat hebben waarborgt (artikel 73).Waar haalt het westen het recht om de soevereiniteit van Libië te schenden? Het is aan de Libiërs om te bepalen welk bewind ze willen voeren, ook als dat ten koste van een burgeroorlog gaat. Zijzelf moeten uitmaken wat ze willen, niet een duistere coalitie van belangengroepen. Als het westen het land binnenvalt, zal het daar ook blijven, omdat anders de olieproductie niet gecontroleerd kan worden.
Met de nogal doorzichtige argumenten als ‘humanitaire hulp’ en ‘democratie’, daarbij geholpen door het machtige propaganda-apparaat van de Verenigde Staten, wordt in landen zomaar binnengevallen en door achttienjarigen, opgevoed met shooters games, aan diggelen geschoten. Als soevereiniteit zomaar verbroken kan worden, wie is dan de volgende op de viseerlijst?
En dan zijn er de kosten.  Het uitschakelen van de luchtafweer van de Libische leider Muammar Gaddafi kost in totaal volgens de experts tussen de 280 en 565 miljoen euro. De actie kost momenteel 21 miljoen euro per week.
De Amerikanen hebben nog officieel nog geen kostenplaatje voor de operatie in Libië vrijgegeven. De oorlog in Afghanistan kost maandelijks grofweg meer dan 6 miljard euro.
Het militaire inlichtingenapparaat heeft voor de actie een mooi woord gestoomd, kwestie dat de media die gemakkelijker kunnen overbrengen: Odyssey Dawn. Odyssey of odyssee in het Nederlands, is een Oudgrieks woord dat herinneringen oproept aan het Trojaanse epos. Dawn betekent dageraad. Wat de bedoeling is, is niet gans duidelijk, maar daar gaat het niet om. De actie wordt gepresenteerd als een pakket. Een operatie met een begin en een eind en daartussen alleen maar goed nieuws. Alsof een militaire tussenkomst afgerond kan worden. Ze leiden meestal tot escalatie.
De man die de leiding van de operatie heeft is de Amerikaanse viersterrengeneraal Carter Ham, die na zijn inzet in Irak aan posttraumatische stress leed. Dat belooft.
De manier waarop de westerse coalitie tegenwoordig oorlog bedrijft, is op zijn minst halfhartig, laf en achterbaks. De zogenaamde precisiebombardementen zijn een flop. De tonnage vormde ten tijde van de golfoorlogen slecht 5% van de gehele tonnage. Het blijft gewoon carpet bombing.
Mensen van op duizend meter hoogte of vanuit de zee in stukken schieten is geen eervolle manier van oorlogvoeren. De aanvaller blijft onzichtbaar, en hij weet ook niet welke schade hij aanricht. Zelfs het beperken tot militaire installaties maakt slachtoffers. Met de huidige vuurkracht worden niet alleen gebouwen vernield, maar de schokgolf, de debris en de shrapnels veroorzaken ook burgerlijke slachtoffers.
Waarom wordt Libië zo hardhandig aangepakt? Waarom gebeurt dat niet in landen die de mensenrechten duidelijk schenden? Argentinië, Bangladesh, Birma, Brazilië, Chili, China, Dominicaanse Republiek, Ecuador, Egypte, Eritrea, Iran, Ivorenkust, Jamaica, Kameroen, Kenia, Liberia, Maleisië, Noord-Korea, Oezbekistan, Saoedi-Arabië, Soedan, Somalië, Syrië en Venezuela? Teveel eigenlijk, zo blijf je bezig. Dus beperkt je je tot duidelijke politiek correcte doelwitten. Deze doelwitten hebben met economische belangen te maken. Olie is daarbij een positief element. We willen allen dat onze benzine, diesel en stookolie goedkoop blijven. En dat de fabrieken blijven draaien.
Bovendien is de geopolitieke internationale rol van het westen overgenomen door de Seven Sisters (zo genoemd naar de belangrijkste spelers op het olieveld). Deze zijn: (China National Petroleum, Corporation (China), Gazprom (Rusland), National Iranian Oil Company (Iran), Petrobras (Brazilië), PDVSA (Venezuela), Petronas (Maleisië), en Saudi Aramco (Saoedi-Arabië).
In geen van deze reusachtige ondernemingen zetelen nog Amerikaanse en Europese machtshebbers. Het westen wordt meer en meer afhankelijk van de goodwill van de nieuwe olieboeren. En daarvoor moeten we heel wat oliedollars afdokken. Elk jaar verhoogt het verbruik met 10%. De toestand begint onrust te veroorzaken. Hieruit volgt dat het westen zich bedreigd voelt in zijn energievoorzieningen en kost wat kost wil beschermen wat het kan, desnoods met valse en bedrieglijke argumenten, vooral als de olietoevoer onderbroken wordt. Maar ook als waarschuwing voor andere olielanden. 
Van de 30 olieproducerende landen zullen er 15 tegen 2030 opdrogen (Maleisië, Algerije, Brazilië, Angola, China, Mexico, Indonesië, Argentinië, Australië, Noorwegen, de Verenigde Staten, Colombia, India, Verenigde Koninkrijk en Thailand).

In géén enkele van deze vermelde landen worden ‘humanitaire’ acties ondernomen. Er zit namelijk geen (dus niet geïnteresseerd) of teveel olie (dus beter te vriend houden) in.
De honderden slachtoffers die kennelijk door Gaddafi persoonlijk worden afgeschoten (en misschien ook door friendly fire), zijn belangrijker dan de 300.000 in Soedan. Dat de kampioen van de schendingen van de mensenrechten, Saoedi-Arabië, het naar meer vrijheid roepende Bahrein binnenvalt, gaat bijna onopgemerkt voorbij. Omdat er geen olie meer in Bahrein te rapen valt.
Met het kostenplaatje van de Libische operatie kunnen er heel wat meer humanitaire acties voor Afrika geholpen worden. Denk maar aan de aidsplaag en de hongersnood.

Dit alles gebeurt onder de paraplu van de NAVO waar de meeste Europese landen bij zijn aangesloten. Die paraplu wordt door de Verenigde Staten opgetild zodat ze eronder kunnen schuilen. De meeste NAVO interventies worden in gang gestoken door de Verenigde Staten of in elk geval met de goedkeurig ervan. Het spreekt vanzelf dat de NAVO eerst en vooral bekommerd is om het welzijn van zijn leden. Wie er niet bij hoort, heeft geen recht van spreken en moet dus maar zijn eigen boontjes doppen.

Tenzij er belangen voor de leden bij gemoeid zijn, zoals de olie in het Midden-Oosten en Libië.

Libië heeft met 42 miljard vaten olie de grootste oliereserves van Afrika en beschikt tevens over 1,3 triljoen kubieke meter gasvoorraad. 85% van de Libische olie vloeit naar Europa. De westerse landen hebben daar goed gebruik van gemaakt; in ruil voor goedkope olie leverden ze wapentuigen. Italië, Frankrijk en Groot-Brittannië zijn dankbare olieafnemers en wapenverkopers. Ook België wil zijn FN laten draaien. BP en Shell hebben miljardencontracten afgesloten. Sinds de opstand ligt de productie stil. Elke dag betekent miljoenen verlies. De maatschappijen raken in paniek. Het wordt tijd om actie te ondernemen. Dus gaan Frankrijk en Groot-Brittannië grote broer Amerika om hulp roepen. Canada, Italië, Nederland en België zijn er als de kippen bij om hun graantje mee te pikken. Ook Qatar en de VAE blijken bereid om de coalitie gunstig te stemmen. Pikant detail: Groen! en de SP.a drongen aan op inzet van onze F16's. Zie ook de  bijdrage KERNENERGIE.
Libië is het meest ontwikkelde land van Afrika Het staat als hoogst genoteerde Afrikaanse land op de index van de menselijke ontwikkeling van de Verenigde Naties en heeft ook een van de hoogste bbp's van het continent, mede dankzij de grote olieproductie van het land. Van de bevolking hangt 97% de soennitische islam aan. Gaddafi’s leiderschap is een combinatie van socialisme en islam, wat niet volgens ieders opinie een geslaagd concept is. Het oproer is een stammenstrijd. Gaddafi’s stam tegen de anderen. Dat verklaart waarom veel Libiërs ondanks alles strijden voor Gaddafi. Libië dreigt een soort Bosnië te worden, stelt Mustafa Fetouri. Hoewel Gaddafi de aanslag van 9/11 afkeurde wordt hij met het terrorisme geassocieerd, een handige propagandastunt van de westerse geheime diensten waardoor hij als staatsvijand nummer 1 is gebombardeerd en aldus militaire inzet gerechtvaardigd is.

Aardolie is een fossiele brandstof die uitgeput begint te geraken. Nu nog niet, maar misschien wel in ons leven nog. Kernenergie heeft zoveel tegenkanting dat die maar traag van de grond komt, zelfs al zijn de moderne reactoren veiliger (zie de bijdrage KERNENERGIE). Hoe minder of moeilijker olie geëxploiteerd wordt, hoe duurder de kostprijs wordt, en hoe duurder ons autorijden wordt, want onze autowegen worden uit olie gemaakt, alsook onze aspirines en andere medicijnen, en alles wat met plastic te maken heeft (zoals tuinset, huishoudelijke apparaten, tandpasta, boodschappentassen, zelfs de behanglijm en de verf waarmee we onze muren kleven. Kunststofproducenten zitten met de handen in het haar als de oliekraan wordt dichtgedraaid. Machines vallen stil door het gebrek aan smeeroliën.
De vraag naar olie wordt bovendien ook steeds groter in de ontwikkelingslanden. Dit zal onvermijdelijk naar nog meer conflicten leiden, maar op een veel grotere schaal dan we gewend zijn, en niet alleen tussen noorden en zuiden. Als India en China elkaar voor de voeten lopen op jacht naar de olie krijgen we gegarandeerd vechtpartijen die met miljoenen slachtoffers te maken hebben en waar het westen geen controle meer over hebben zal. Nu al is India zich aan het bewapenen in het vooruitzicht van de strijd om de olie. China is nu al de tweede grootste afnemer na de Verenigde Staten.

Een aantal van de grote olie-exporterende landen hebben zich verenigd in het OPEC-kartel (Venezuela, Irak, Saoedi-Arabië, Iran, Koeweit, Qatar, Libië, Verenigde Arabische Emiraten, Algerije, Nigeria, Ecuador, en Angola). Dit kartel verbindt zich om gunstige handelsbalansen te produceren.
Het is duidelijk dat zij met westerse argusogen gevolgd worden. We zullen eens nagaan welke van de landen in aanmerking komt om Libië op te volgen, als onze oliebelangen in het gedrang komen.

Venezuela: heeft de grootste olievoorraad ter wereld (voor Saoedi-Arabië) en geeft fikse kortingen aan de landen waarmee het goede politieke betrekkingen heeft. Het ijvert om een Zuid-Amerikaanse kartel te vormen die naast of samen met OPEC zou werken. Addertje onder het gras is dat de kwaliteit van de olie niet hoog is. President Chavez heeft de olievelden genationaliseerd wat een doorn in het oog is van de westerse landen. Het resultaat hiervan is dat de olie op de beurs aan hevige schommelingen onderhevig is. Als dit blijft duren, zal een militaire ingreep door een Amerikaanse coalitie noodzakelijk worden.
Irak: De voorraden zijn in vergelijking met eerdere schattingen een kwart groter. De reserve is nu bepaald op 143 miljard vaten verspreid over 66 olievelden, en Irak staat daarmee op de derde wereldranglijst.Japan is voor zijn olie vrijwel geheel afhankelijk van dit gebied. Het bouwt zijn supertankers uitsluitend voor dit doel. De EU en China voor ongeveer een kwart met een stijgende tendens. De VS betrekken ongeveer 16 procent van hun oliebehoefte uit Irak. Naast het Midden-Oosten speelt ook het gebied rond de Kaspische Zee een belangrijke rol door de grote gasreserves.
In 1980 leende Irak geld van Koeweit om zijn oorlog tegen Iran te financieren. Irak had een schuld van 40 miljard dollar aan Koeweit en de twee landen kwamen maar niet tot een overeenstemming hierover deze schuld kwam tot stand.
Op 2 augustus in het jaar 1990 bezette Irak het buurland Koeweit onder het voorwendsel dat Koeweit al jarenlang olie stal uit het Rumaila-olieveld. Dit olieveld is heel erg rijk aan aardolie, ligt aan de grens tussen de beide landen en ligt binnen de grenzen van Irak. Dit bracht de internationale belangen in het gevaar. De oliecrisis van 1973 lag nog vers in het geheugen.
Omdat Koeweit een bevriende natie was, zat er niets anders op dan de pijlen op Irak te richten. De eerste golfoorlog was niet speciaal voor de Verenigde Staten nodig, maar wel voor bijna alle andere olieafnemers.
De coalitie tegen Irak was dan ook indrukwekkend.  De eerste golfoorlog (1990-1991) coalitie bestond uit de volgende landen:
Uit het Midden-Oosten: Bahrein, Koeweit, Oman, Qatar, Saoedi-Arabië, Syrië, Verenigde Arabische Emiraten
Uit Afrika: Egypte, Marokko, Niger
Uit Europa: Frankrijk, Italië en het Verenigd Koninkrijk
Uit Amerika: Canada, Verenigde Staten.).
Uit Azië: Bangladesh
De inval in Irak was een verdeeld succes. Amerika wilde geen onnodige Amerikaanse boys opofferen en beperkte zich tot een symbolische waarschuwing. De coalitie trok zich terug en liet Hoessein Sadam ongemoeid.
Dit was buiten de waard gegrepen. Sadam, overmoedig geworden, begon de andere islamlanden op te roepen tot een heilige oorlog. Hij wilde zich niet neerleggen bij NAVO-beslissingen en weigerde buitenlandse inspecties op wapensystemen, met het accent op massavernietigingswapens.
Dit was de aanleiding voor de Verenigde Staten en Groot-Brittannië om opnieuw om een inval te roepen.
De tweede golfoorlog, ook genoemd de Irakoorlog uit 2003 leverde de volgende spelers op:
Uit Europa: het Verenigd Koninkrijk, Italië, Polen, Oekraïne, Nederland, Spanje, Roemenie, Denemarken, Bulgarije, Letland, Portugal, Litouwen, Slowakije, Tsjechië, Albanië, Estland.
Uit Amerika: El Salvador, Verenigde Staten
Uit Azië: Zuid-Korea, Japan, Mongolië, Azerbeidzjan,
Uit Oceanië: Australië,
Het is duidelijk dat heel wat landen door Amerika en Europa werden overgehaald om mee te doen en aldus een graantje mee te pikken. Hier kunnen we het etiket van gerechtvaardigde oorlog omwille van de democratie moeilijk hanteren. Het is hebzucht en profiteren.
Sommige van die coalitielanden kampen nu al met olietekorten (de Verenigde Staten, Noorwegen, Groot-Brittannië). Anderen zijn, als NAVO-leden, gehoorzaam aan het Amerikaanse beleid, zoals Albanië, Canada, Kroatië.
Heel wat ex-sovjet satellietstaten waren er als de kippen bij om hun nieuw verworven vrijheid om te zetten in steun aan Amerika in ruil voor ontwikkelingshulp.
België, Frankrijk, Duitsland en Rusland onthielden zich, wat heel wat vijandige reacties in de Verenigde Staten tot gevolg had. Ook de islamlanden ontbraken ditmaal op het appel, nadat ze vastgesteld had welk onheil de westerse inmenging in de moslimlanden teweeg gebracht hadden. Van toen af begon ook de hardere houding van de islamnaties tegenover het westen vormen aan te nemen. De grote spelbreker in de vorming van een eenheidsfront blijft Saoedi-Arabië.
Spijts het feit dat het een Saoedi organisatie was die terreur in de wereld zaaide, wordt niet ingegrepen in de koninklijke huishouding. President Bush bleef goede maatjes met het Huis van Saoed. De betrekkingen met de Verenigde Staten worden tegenwoordig gestoord door het Palestijnse conflict en President Obama lijkt minder geneigd te zijn om de koninklijke hielen te kussen.
Intussen blijven de Verenigde Staten en Japan de belangrijkste exporteurs naar Saoedi-Arabië, zodat Obama wel twee maal zal nadenken wie hij moet steunen.
De reden is natuurlijk duidelijk: we zijn afhankelijk van de goedkope Saoedi olie. Saoedi-Arabië heeft de grootste olievoorraad ter wereld en beheert die uitstekend. Laten we eerst de politieke kant even nader bekijken, zodat we beter verstaan waarom het buiten schot blijft. Het land is lid van de organisatie van niet-gebonden landen, hoofdzakelijk derdewereldlanden, als tegenwicht voor de machtige westerse verbonden. Het buitenlands beleid heeft als doel het behoud van haar veiligheid en haar positie op het Arabische schiereiland, het verdedigen van algemene Arabische en Islamitische belangen, het promoten van solidariteit tussen overheden van islamitische staten en het aangaan en onderhouden van samenwerkingsverbanden met andere olieproducerende en grote olieconsumerende landen. Saoedi-Arabië is ervan beschuldigd tolerant te zijn voor islamitisch extremisme. Het huis van Saoedi regeert het land als despoten. Saoedi-Arabië is een van de oprichters van de Verenigde Naties en ondertekende het Handvest van de Verenigde Naties in 1945. Het land speelt een prominente rol in het Internationaal Monetair Fonds, de Wereldbank, en de Arabische en islamitische instellingen voor financiële hulp en ontwikkelingshulp. Het is een van de grootste donoren in de wereld en geeft steun aan een aantal Arabische, Afrikaanse en Aziatische landen. In Djedda is het secretariaat van de Organisatie van de Islamitische Conferentie gevestigd en van haar in 1969 opgerichte dochterorganisatie de Islamitische Ontwikkelingsbank. Als stichtend lid van OPEC heeft het een belangrijke rol gespeeld in de olieprijsvorming en lag aan de basis van de oliecrisis van 1973-1974. Tot diep in de jaren zeventig bleven de Amerikaanse oliebedrijven een belangrijke rol spelen. De krachten van Mobil, Exxon en Standard Oil Company of California waren gebundeld in Aramco, de Arabian American Oil Company. Het koninkrijk was echter niet tevreden over de verdeling van de olie-inkomsten en in een aantal stappen verwierf de Saoedische staat in 1980 het volledige eigendom van Aramco. In 1988 werd de naam omgedoopt in Saudi Aramco. Het staatsoliebedrijf beheert 260 miljard vaten of een kwart van de wereldreserves. Sindsdien begon het aan een wereldwijde expansie:
1992: Het bedrijf neemt een belang van 35% in de Zuid-Koreaanse SsangYong Oil Refining Company.
1994: Er wordt een belang van 40% genomen in Petron, de grootste raffinaderij van de Filippijnen.
1996: Belang van 50% in Motor Oil (Hellas) Corinth Refineries en Avinoil in Griekenland.
1998: Met Texaco en Royal Dutch Shell wordt de raffinagejoint Motiva Enterprises opgericht in de VS.
2005: Met het Japanse Sumitomo Chemical wordt een joint-venture overeengekomen voor een raffinaderij met een capaciteit van 400.000 vaten per dag nabij Rabigh. De bouw begon in 2006.
Voor het vervoer van ruwe olie en olieproducten werd in 1984 Vela International Marine opgericht. Het is volledig in bezit van Saudi Aramco. Vela heeft een vloot van 19 supertankers en vijf kleinere producttankers. De schepen varen vooral op routes tussen Saoedi-Arabië en Europa en Noord-Amerika.
Saoedi-Arabië domineert duidelijk de oliemarkt.
Onnodig erbij te voegen dat er weinig kans is op een conflict zoals Afghanistan, Irak en Libië. Hoewel het een absoluut heersersregime gaat, die de mensenrechten met de voeten treedt, treedt de internationale gemeenschap daar niet tegen op, omwille van de belangrijke geopolitieke rol die het land speelt. Dit zal eerder vanuit het land zelf moeten komen, en hoogstwaarschijnlijk uitgaand van de sjiïtische gemeenschap die als tweederangsburgers behandeld worden.
Iran: 's werelds tweede exporteur van aardolie en tevens de tweede exporteur van aardgas. In 2005 werden er zo'n 4 miljoen vaten aardolie per dag geproduceerd. Naast energie uit olie en gas, heeft Iran ook waterkrachtcentrales, windenergie en in 2009 is de eerste zonnecentrale geopend. Daarnaast is Iran bezig met het ontwikkelen van kernenergie. Iran is medeoprichter van de Verenigde Naties, de OPEC, de Organisatie van de Islamitische Conferentie en de Organisatie van Niet-gebonden Landen. Het onderhoudt diplomatieke betrekkingen met bijna alle landen, maar sinds de Iranese Revolutie van 1979 zijn de banden met de Verenigde Staten en Israël verbroken. De conservatieve president Ahmadinejad, in functie sinds augustus 2005, is regelmatig in het nieuws door felle kritiek op de regering van de VS, en door het afwijzen van het bestaan van de staat Israël als op 'het (zionistische) regime dat Jeruzalem en Palestina bezet houdt'. Zijn uitlatingen dat Israël "vernietigd" dient te worden, leidden tot verontwaardiging in de westerse wereld en Israël. Sinds in 2003 uranium ontdekt werd, is het atoomprogramma van start gegaan. Volgens de Iranese regering bedoeld voor vreedzame doeleinden, maar volgens vooral westerse critici bedoeld voor de productie van kernwapens. Dit leidt voortdurend tot kritiek vanuit het Westen en soms ook vanuit de VN. Als gevolg van de controverse over het atoomprogramma van Iran is een handelsboycot tegen Iran ingesteld waaraan de westerse landen meedoen. Andere landen, zoals Rusland, China, India en sommige Arabische landen doen niet mee aan de boycot. Door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties zijn tot driemaal toe sancties tegen Iran afgekondigd vanwege de nucleaire controverse.
Doordat een militair ingrijpen van het westen tot een politieke aanvaring met Rusland, India, China en het Midden-Oosten zou leiden, blijft het westen een behoedzame politiek voeren en beperkt het zich tot economische boycots. Veel is er echter niet nodig om de vlam aan te wakkeren, vooral als het westen het nucleaire programma zou proberen te saboteren. Omdat de mensenrechten er geschonden worden, zou dit als argument voor een militaire actie kunnen worden gebruikt, vooral omdat de bevolking zelf weinig animo toont om de banden los te rukken, Irak indachtig.
Koeweit: lid van de Arabische Liga. Koeweit is na de Irakoorlog tot een democratisch regime overgegaan. In 2005 kregen de vrouwen er stemrecht. Koeweit heeft als doelstelling zijn productiecapaciteit tegen 2020 op te voeren tot vier miljoen vaten per dag, van de huidige 3,1 miljoen vaten per dag. Het land, de op vier na grootste olieproducent onder de OPEC-leden, haalt 90 procent van zijn inkomsten uit de oliehandel. De naoorlogse periode wordt vooral bepaald door de wederopbouw van Koeweit en onderlinge tegenstellingen tussen moderne en traditionele conservatieve politieke krachten.
In juli 2003 wonnen zowel islamieten als regeringsgetrouwe kandidaten ten koste van liberalen. De emir, Sjeik Jaber benoemde Sjeik Sabah al-Ahmad al-Sabah tot premier. In januari 2006 overleed emir Sjeik Jaber; hij werd opgevolgd door Sjeik Sabah al-Ahmad. In maart 2008 ontsloeg de emir het door de oppositie gedomineerde parlement en schreef verkiezingen uit. Bij die verkiezingen van mei 2008 wonnen de islamieten meer dan de helft van de zetels.
De kans bestaat dat Koeweit zich zal (moeten) losrukken uit de greep van de Verenigde Staten, in zover het steun krijgt van andere moslimlanden.
Qatar (Katar): het is een schiereiland dat grenst aan Saoedi-Arabië en ten oosten ligt van Bahrein. Aan het hoofd van het emiraat Qatar staat sjeik Hamad bin Khalifa Al Thani.
Het land behoort tot de Arabische Liga. In 2005 is de grote meerderheid van de bevolking van het land uit andere landen afkomstig. Slechts 40 % is Katari. De immigranten komen voornamelijk uit India, de Filippijnen, Iran, Pakistan, Jemen, Egypte en westerse landen (vooral het Verenigd Koninkrijk). Het land is met de gas- en oliewinning in de laatste zestig jaar ontzettend rijk geworden. Afgelopen mei tekende Shell nog een overeenkomst met het staatje. De komende dertig jaar is het Brits-Nederlandse concern daar op zoek naar gas in een gebied van circa 8000 vierkante kilometer. De aanwezigheid van Shell verstevigt de greep van het westen. 
Qatar was het eerste Arabische land dat actief deelneemt aan de operaties van de coalitie tegen Libië. Dit is uiteraard niet naar de zin van de Arabische Liga.
Omdat het land grenst aan Bahrein, dat door Saoedi-Arabië bezet wordt, kan de vonk echter overslaan.
De Verenigde Arabische Emiraten (VAE) omvat zeven emiraten: Abu Dhabi, Dubai, Sharjah, Ajman, Umm Al Qaywayn, Ras al-Khaimah en Fujairah. Abu Dhabi is verreweg het grootst in oppervlakte. Het land behoort tot de Arabische Liga. De Verenigde Arabische Emiraten hebben een hoog geïndustrialiseerde economie. Volgens verschillende ontwikkelingsmeters, zoals de HDI en BNP, maakt deze het land tot een van de meest ontwikkelde landen in de wereld. Met $168 miljard in 2006, zijn de VAE tweede van alle Arabische golfstaten na Saoedi-Arabië, derde in het Midden-Oosten, en 38ste in de wereld (vóór Maleisië). VAE staat op de vijfde rangplaats wat olievoorraden betreft. Door de grote olievoorraad van het land hoeven de inwoners geen belasting te betalen. De overheid betaalt ziektekosten en de kosten van een universitaire studie, ook voor burgers van de VAE die in het buitenland studeren. De VAE zijn goede maatjes met de Verenigde Staten, en is trouw aan Saoedi-Arabië.De VAE heeft besloten om 12 gevechtsvliegtuigen in te zetten in Libië.
Algerije: de Algerijnse grondwet bepaalt dat de islam de staatsgodsdienst van het land is. Het grootste deel van de Algerijnen zijn aanhangers van het soennisme. Tijdens de Algerijnse Burgeroorlog was het land sterk verscheurd tussen de aanhangers van het FIS en de door Frankrijk gesteunde seculiere partijen.
Algerije kent geen godsdienstvrijheid. Zo riskeert een ieder die tracht een moslim te bekeren tot een andere godsdienst een gevangenisstraf van 2 tot 5 jaar en een boete van 500.000 tot 1.000.000 DA. Deze wetgeving uit 2006 heeft geleid tot vervolging van christenen.
Aardolie en aardgas, die hoofdzakelijk in het oosten van de Sahara worden gevonden, zijn de belangrijkste natuurlijke rijkdommen van Algerije en tevens zijn belangrijke uitvoerproducten. De productie was verminderd in de jaren 80 als gevolg van de uitputting van middelen, maar nam opnieuw toe in de late jaren 90.
Er zijn oliepijpleidingen in de zeehavens van Arzew in Algerije en Sukhayrah in Tunesië. In 1993 werd een aardgasleiding gelegd tussen Hassi r'Mel en Sevilla, Spanje, die zorgt voor de afzet op de Europese en Amerikaanse markt. Algerije heeft relaties met zowel de Europese Unie, met wie het een associatieovereenkomst heeft, als met de Arabische wereld. Door het koloniale verleden zijn de banden met Frankrijk sterk. Ondanks de grote kapitaalinstroom, is het inkomen per hoofd van de bevolking is relatief laag en de werkloosheid hoog. Dit wordt veroorzaakt doordat het gebrek aan plannings- en coördinatieproblemen. Positief is wel dat de overheid in staat is gebleken de inflatie in toom te houden. Het lijkt erop dat ook Algerije niet aan de volksopstand zal ontsnappen, als de overheid er niet in slaagt de welvaart te verhogen.
Ecuador: ongeveer 65% procent van de bevolking is mesties, 25% indiaans, 10% zijn afstammelingen van de Spanjaarden en de rest zijn afstammelingen van Afrikaanse slaven die de Spanjaarden meebrachten. Woonde de bevolking oorspronkelijk in de hooglanden, nu wonen ze gelijk verdeeld in de laag- en hooglanden. Onderwijs is in Ecuador gratis en verplicht voor zes- tot veertienjarigen. De meeste mensen zijn rooms-katholiek. Ecuador is het minst ontwikkelde land van Latijns-Amerika. De economie drijft op de grote olievoorraad. De ontbossing in Ecuador is een groot ecologisch probleem. Net zoals in andere Zuid-Amerikaanse landen spelen oliebelangen een grote politieke rol. De invloed van de VS is nog steeds aanzienlijk maar ondervindt groeiende anti-Amerikaanse stemming onder de bevolking. De nationalisering van de oliebronnen heeft geleid tot mindere afhankelijkheid van de vroegere Seven Sisters. Dier rol is overgenomen door Andes and Petroriental (China), Agip (Italië), Repsol-YPF (Spanje-Argentinië) en Enap (Chili). Die produceren samen 251 miljoen vaten per jaar. De overige bedrijven, die veel minder olie bovenhalen, komen uit Brazilië, Colombia/VS, Spanje en Argentinië
De impact van de olie is niet zo groot als die in het Midden-Oosten. Slechts 9% van de wereldproductie komt uit Zuid-Amerika.
Angola: de Afrikaanse republiek die zich in 1975 van Portugal afscheurde, moest eerst nog een jarenlange burgeroorlog ondergaan. In mei 1978 trok het Zuid-Afrikaanse leger Angola binnen op verzoek van de UNITA, de regeringspartij. Cuba en de Sovjet-Unie steunden de Angolese vrijheidsstrijd. In 1988 werd er na Amerikaanse bemiddeling vrede gesloten tussen Zuid-Afrika en Angola. Angola is met Nigeria het enige olieproducerende land in Midden- en Zuid-Afrika. In 1955 werd in de Kwanza-vallei voor de eerste keer aardolie aangeboord. De olie werd gewonnen door een joint-venture van de koloniale overheid en Petrofina, toen nog een Belgische oliemaatschappij. Na de onafhankelijkheid werd de olie genationaliseerd. In 2007 produceerde het land 1,8 miljoen vaten olie per dag en werd het land lid van de OPEC.
Angola is een van de landen in Afrika met de meeste armoede. De CIA World Factbook schatte dat in 2003 70% van de bevolking onder de armoedegrens leefde. De kans dat er een opstand zal komen waarbij de oliebronnen, net zoals in Libië, de inzet vormen, is aldus reëel.
Nigeria werd op 1 oktober 1960 onafhankelijk van het Verenigd Koninkrijk.
Op 30 mei 1967 riep rebellenleider Chukwuemeka Ojukwu Oost-Nigeria uit tot de republiek Biafra. Hierop kwam er een oorlog die duurde tot januari 1970. Een van de belangrijkste oorzaken van die oorlog was de vondst van olie in Biafra. De schatting van het dodental door deze oorlog lopen sterk uiteen, tenminste een half miljoen mensen stierven, maar door sommige waarnemers worden 2 miljoen slachtoffers genoemd.
Het is tevens het volkrijkste land van Afrika met een erg sterke bevolkingsgroei.
Twaalf noordelijke staten waar de moslimbevolking de meerderheid vormt, hebben aan het begin van de 21e eeuw tot onvrede van de christelijke minderheid de burgerlijke wetgeving vervangen door de islamitische sharia. In het voornamelijk christelijke zuiden gelden de wetten van de overheid, terwijl de aanhangers van natuurgodsdiensten hun eigen rechtspraak hebben. 
 Shell is een van de grootste oliemaatschappijen ter wereld. Het is een Brits/Nederlands bedrijf, waarbij 60% van het bedrijf in handen is van het Nederlandse Koninklijke Olie en 40% van het Britse Shell Transport and Trading Group. Deze twee bedrijven werken samen sinds 1903 en bezitten zo’n 1700 bedrijven over de hele wereld, die voornamelijk handelen in olie en gas. Shell haalt zijn olie uit de hele wereld, onder andere uit de Verenigde Staten, Argentinië, Zuid Afrika en Nigeria.
Eén van de grootste olieproducenten van Shell is Shell Nigeria. De Nigeriaanse olie wordt voor 80% gewonnen in de Niger Delta, in het zuidoosten van het land. Het winnen van olie gaat in dit gebied gepaard met grote vervuiling. De overheid haalt haar inkomsten voor het overgrote deel uit de inkomsten van olieproductie. De olie gaat voornamelijk naar de Verenigde Staten, Brazilië, Spanje en Frankrijk. De overheid heeft er dus alle baat bij dat de oliebedrijven geen strobreed in de weg wordt gelegd. Het ontwikkelingsprogramma van de overheid was daarom voornamelijk gericht op buitenlandse investeringen in de olie-industrie, zodat de export kon groeien. De olie-industrie en de Nigeriaanse overheid profiteerden hier behoorlijk van. Voor de lokale bevolking kwam er wel werkgelegenheid, maar dat was op zeer beperkte schaal. Voor boeren en vissers werd de situatie steeds slechter.
Een volksoproer vanuit de boerenbevolking ligt in de verwachting. Deze zal door de olielobby tegengewerkt worden en mogelijk leiden tot een burgeroorlog.

Je kunt deze bijdrage ook downloaden en afdrukken op ons forum