maandag 24 januari 2011

Subsidies.

Minister Joke Schauvliege van leefmilieu, natuur en cultuur kapt in de budgetten. Ik heb daar geen bezwaren tegen, want die subsidies komen uit belastinggeld en dus ook uit mijn eigen spaarpotje. Ik zou dus graag ook willen mee beslissen waar mijn geld naar toe gaat. En in haar plaats zou ik dus ook kritisch zijn.
Hoe werkt het systeem van de subsidies? We concenterern ons op het kleine grut, de kleine toneelgezelschappen en culturele vzw's. De verenigingen dienen een budget in. Dat budget is altijd groter dan wat ze nodig hebben omdat ze weten dat de ambtenaren het kritisch doorpluizen. Er wordt dus gekibbeld tot een financiële overeenkomst is bereikt. Het geld wordt uitbetaald en dan moeten de verenigingen zien dat ze het op gebruiken. Als ze dat niet doen, vermindert hun subsidie voor het volgend jaar. Wat dien de verenigingen met dat geld? Als ze teveel hebben, kopen ze daar te dure computers mee, busjes en bestelauto’s. Dan pas komen de werkingskosten aan bod. Meestal drijven die gesubsidieerde verenigingen op vrijwilligerswerk, mensen die gratis werken terwijl de organisatorenvan een vaste wedde genieten. Het gros van het geld wordt dus besteed aan indirecte uitgaven. De rest dient voor aanwending van de doelstellingen.
Er is dus duidelijk iets mis met het systeem van subsidiëring. Je kunt je afvragen waarom die verenigingen zichzelf niet kunnen bedruipen. Als ze dat niet kunnen, hebben ze dan wel recht op bestaan? Als mensen vinden dat een project belangrijk genoeg is, kan er geld worden gevonden waar het is, door sponsoring, ludieke acties, fiscaal aftrekbare giften, en wat nog meer. Maar de gesubsidieerden denken daar niet aan. Ze vreten liever uit de staatsruif dan risico’s in de private markt te nemen. De staat, wij dus, fungeert eerder als Sinterklaas dan als stimulans om creatieve projecten te maken. Je kunt van een theatertje met twee spelers en een paardenkop niet verwachten dat er veel belangstelling bestaat.
Tot dus ver volg ik de visie van de minister.
Maar er zit een addertje in het gras. We concentreren ons nu op het grote grut. Dat de minister geen subsidie aan doodgeboren kinderen geeft, vinden wij vanzelfsprekend. Er wordt al genoeg geld verkwist in dit Sinterklaaslandje. Maar dat zij aan de andere kant dan met gulle hand de pepernoten uitdeelt aan wat wij prestigieuze projecten zouden noemen, kan ook niet door de beugel. Het bekostigen van cultuurtempels, internationale tournees, culturele snoepreisjes en subsidies aan de openbare tv-zenders duidt aan dat de minister niet van klein, maar wel van groot grut houdt en dus met twee maten en gewichten werkt. Als de grote projecten buitensporig veel geld krijgen, moeten de kleintjes het met peanuts stellen, wat dus een onrechtvaardige situatie betekent. Ik bedoel dat, als de ene hand veel uitgooit, die andere hand dat ook moet doen. Van hetzelfde laken een pak. Anders moet het systeem van subsidies radicaal afgeschaft worden en vervangen door particuliere sponsoring.
We praten hier over De Vijver, de holding van Wouter Vandenhaute. Even bijlichten. Woestijnvis,  het succesrijke productiehuis dat ons o.m. met De Mol, De Pappenheimers, De Slimste Mens ter Wereld en Man Bijt Hond verrijkte. Toen in 2007 het exclusiviteitcontract tussen de VRT en Woestijnvis uitlekte, waren zowat alle waarnemers met verstomming geslagen. Woestijnvis kreeg elk jaar 30 miljoen euro. Een aflevering van Man bijt hond mocht 25.000 euro kosten (meer dan 1000 euro per minuut), een veelvoud van wat de concurrentie betaalt voor soortgelijke programma’s. Een aflevering van een fictiereeks mocht 300.000 euro kosten, en De Pappenheimers 93.600 euro per aflevering. De exclusiviteitvergoeding bedroeg 450.000 euro. Daar kwam nog eens 522.000 euro bovenop, te verdelen over de coryfeeën van het huis. Grof geschat pompte de openbare omroep (en dus de belastingbetaler) de afgelopen jaren zo’n kwart miljard euro in Woestijnvis. Is daar iets mis mee? Woestijnvis maakt zelden een slecht programma, en de openbare omroep dankt zijn slagkracht voor een groot stuk aan die programma’s. Dixit Knack.

En toch is er een onaangename nasmaak. Want Woestijnvis heeft besloten de VRT te verlaten en dankzij die gulle opgespaarde subsidies een eigen koers te varen.Ze zijn natuurlijk niet van plan al dat geld terug te geven aan de belastingbetaler. Het zal gebruikt worden om tv-zenders mee op te kopen en om de media nog wat meer monopoliseren, want naast Woestijnvis, omvat de holding nog het eertijds onafhankelijke tv-radio-opinieblad Humo, wielerklassiekers en een trits kranten- en weekbladen.
Daar zit je dan. Dat subsidiegedoe heeft zich tegen ons gekeerd. Bad move voor minister Schauvliege.
Hat systeem is gewoon ongezond en onrechtvaardig. Het moet worden afgeschaft en vervangen door goedkope of renteloze leningen die de verenigingen en de tv-zenders  tijdig terugbetalen. En privé initiatieven die geld opbrengen, moeten dat meteen terugbetalen. Dit zal ze een stimulans geven om opbrengsten buiten de staatsruif te zoeken en de nodige dynamiek ontwikkelen om te overleven. Als ze dat niet kunnen, zijn ze niet nodig.

Geef je mening op het forum van de Hartenvreter.

Vechten voor je rechten.

Minderheden krijgen evenveel rechten als de meerderheid. Van hun plichten horen we geen woord. Dit gaat de verkeerde kant op. Wie zal daarvoor boeten?
Want boeten wordt het. Als minderheden hun wil opdringen en hun eisen zonder slag of stoot ingewilligd worden, dan zullen dit als verworven recht beschouwen. De meerderheid heeft hard moeten werken om rechten te verwerven, heeft afgezien en gelden. Dat weten de minderheden niet. En ze willen dat niet. Ze willen enkel profiteren van wat de meerderheid heeft bereikt. En ze geven daarmee aan dat ze de plichten niet belangrijk vinden. De meerderheid zal zich afvragen waarom zij zoveel plichten hebben als het ook anders kan. Maar zonder die plichten kan een samenleving niet vlot functioneren.
Ik neem een voorbeeld aan Gaia, een van die strekkingen die het recht aan hun kant hebben. Wie het recht aan zijn kant heeft, stelt zich arrogant op en als dat niet kan speelt het een martelaarsrol. Waarom zijn zoveel mensen tegen ons? Wij zorgen ervoor dat dieren niet hoeven te lijden. Wij zorgen ervoor dat dieren als mensen worden behandeld, met dezelfde mensenrechten. Maar niet de mensenplichten.
In Brussel ontstond een rel over de duiven. Gaia besliste dat duiven mensonwaardig behandeld worden omdat ze naar Frankrijk gestuurd worden om gesteriliseerd te worden. Wat voor een ziekelijke instelling is dit? Duiven zijn roofvogels die op ons schijten als ze daar zin in hebben. Een excuus kan er daarbij niet af. Hun uitwerpsels zijn pure giftmengels. Als we ze niet uitroeien of verhinderen zich voor te planten zal de plaag binnen korte tijd oncontroleerbaar worden.
Als mensen een dak boven hun hoofd nodig hebben, hun leefkosten op tijd betalen en de nodige water in de wijn moeten doen om in de samenleving te overleven, dan vinden we dat normaal. Maar als dieren behandeld worden alsof ze buiten de dierlijke wetten staan, is er iets grondigs mis. We vergeten dat de mens belangrijker is dan een dier en dat een mens een dier moet kunnen opofferen om zijn eigen leven te redden. Heb je al ooit een dier dankuwel horen zeggen?
Een ander voorbeeld zijn de asielaanvragers. Eerst waren ze met weinig; ze waren hun land ontvlucht omdat hun leven in gevaar was. We vingen ze op, gaven ze onderdak en de kans om een nieuw leven te beginnen. Amnesty International werd gesteund en gestimuleerd. Omdat er niet zoveel politieke asielzoekers zijn (om uit een land te geraken moet je genoeg centen en internationale bekendheid hebben) begonnen de staatssubsidies van deze verenigingen in gevaar te komen. De oplossing: breng ook economische vluchtelingen naar hier zodat we kunnen blijven opereren. Dit was een rampzalige beslissing. Het land wordt overstroomd door mensen die geen recht hebben om hier te zijn. Die van onze verwezenlijkingen komen profiteren in plaats van in eigen land een bestaan op te bouwen. Ze zijn niet ontwikkeld genoeg om in dit land, dat praktisch volledig alfabeet is, competitief te zijn, en dus moeten ze onderhouden worden. Een minderheid die rechten krijgt zonder verplichtingen.
De Liga van de Mensenrechten is ook zoiets bedenkelijks. Wat moeten die in godsnaam in het westen aanvangen? Dus hebben ze er iets op gevonden, een nieuwe niche. Ze declareerden plechtig dat ook bedelaars recht hebben op een leven, en dus mogen bedelen. Een minderheidsgroep die rechten zonder verplichtingen kreeg. Nu zie je overal bedelaars, die de straten onveilig maken en met hun ongewassen lijven de mensen die de moeite doen om er netjes uit te zien, lastig te vallen. Het is een lucratieve bezigheid. Dat heeft de georganiseerde misdaad al snel begrepen. Je ziet nu in West-Europa overal bedelaars in dienst van organisaties waaraan ze een deel van hun aalmoezen overhandigen in ruil voor vervoer en onderdak. En gratis reisjes door Europa.
Als het zo doorgaat zullen de kleine straatcriminelen ook rechten krijgen, want ze kunnen anders niet aan hun drugs geraken. Och ja, ze hebben al rechten! Ze mogen tegenwoordig drie maal de haan laten kraaien voor ze opgepakt worden.
Al die minderheden worden gesteund door bedenkelijke organisaties die daarvoor nog eens door ons betaald worden. Wij willen geen fanatieke dierenliefhebbers, wij willen geen buitenlandse parasieten, wij willen geen bedelaars die ons plezier in het leven vergallen. Wat wij willen is een nette, efficiënte maatschappij waarin minderheden hun plichten kennen, en dus geen misbaar maken omdat ze zich benadeeld voelen. Wij zijn bereid ze een kans te geven als ze even hard werken en afzien als wij doen en allengs opgenomen te worden als volwaardige en gerespecteerde burgers.
Het is prettig bij een meerderheid te horen; dat zit nu eenmaal in de mens. En een samenleving is daarop gebaseerd. Elke poging om daar verandering in te brengen ontwricht de samenleving meer en meer. Het gevoel van onveiligheid blijft maar toenemen, tot het spookbeeld van rassen- en burgeroorlogen werkelijk wordt. België is een draaischijf van de wapenhandel. Het kost weinig moeite om aan een handwapen te geraken. Binnenkort draagt iedereen een moordtuig op zak.