dinsdag 8 maart 2011

MOSLIMS EN HUMOR

De godsdienstbeleving in de moslimgemeenschap is een bloedserieuze zaak. Dat weten we onderhands al. Moslims die zichzelf vernietigen in naam van Allah, die de sharia voor de Ummah, de wereldwijde moslimgemeenschap, verplicht willen maken, die de Koran en de woorden van de Profeet als enige leidraad in hun leven accepteren. Ze zijn niet allemaal zo, natuurlijk. De migrantenkinderen nemen een deel van de westerse cultuur over en voelen zich daar goed bij.

Hebben de moslims dan geen gevoel voor humor? 

Iedere mens heeft behoefte aan lachen, maar uitlachen is een andere zaak, vooral als het geviseerde doelwit zich niet kan verdedigen.


De confrontatie met de harde, cynische en niets ontziende westerse bijtende humor is een echte cultuurschok voor de moslims. Ze kunnen moeilijk weerwerk bieden tegen de enorme vloed van anti-moslim humor, die hun eigen heel wat mildere humor in de verdrukking plaatst.


We weten dat de moslims zich daar erg druk over maken, maar  hun geloof verbiedt ze op dezelfde manier van adequate repliek te dienen. Hun gefrustreerde reacties halen de media niet. 




Het is belangrijk te begrijpen hoe de moslimgeest werkt. Daarvoor gaan we ons licht eerst opsteken bij wat we  sharia noemen. Enige passages uit wat Wikipedia ons vertelt over sharia.

De sharia (letterlijk: het pad naar levengevend water) is eigenlijk de islamitische Wettelijke Traditie, ook wel de islamitische Wet genoemd, die over alle aspecten van het leven van een Moslim handelt, van dagelijkse activiteiten tot spirituele zaken, strafrecht, economie, ecologie.

De belangrijkste bronnen van de Sharia, zijn als volgt en in die volgorde:
De Koran
De Sunnah van de Profeet Mohammed (zijn leven en zijn uitspraken)
Ijma  (consensus) onder Islamitische geleerden
Ijtihad (de opinie van Islamitische geleerden op basis van hun kennis en onderzoek)

De "kerk" waartoe men behoort, is daarbij niet essentieel, wel of men het goede gedaan heeft. Een goede Christen of Jood kan volgens de Islam dus ook naar de hemel gaan, terwijl een Moslim die zich misdraagt in de hel kan terechtkomen. Het is dan ook een kolossaal misverstand te denken dat de Islamitische Wet zou inhouden dat elk inwoner van een Islamitische Staat zich moet bekeren tot de Islam. Integendeel, de Islamitische Wet garandeert aan alle inwoners volledige godsdienstvrijheid. Volgens de Islam kan een mens immers niet oordelen over het geloof van een ander, maar komt dit alleen God toe.
In het Islamitische model staat het gedrag centraal.
In een land waar de sharia geldt, moeten Moslims zich daaraan houden. Niet-moslims kunnen voor zaken als familierecht echter kiezen wel of niet onder de sharia gevonnist te worden. Volledigheidshalve voegen we hieraan toe dat wanneer Moslims zich in een niet-islamitisch land bevinden, zij geacht worden zich te houden aan de Wetten van dat land.

Humor wordt door de islamwetten beïnvloed. Op de forumsite ontdekislam.nl werd door moslims de vraag gesteld: waarom zijn er zo weinig moppen door moslims over andere culturen?
Een antwoord:
In het Turks zeggen we 'gunah ini aldin' wat betekent: 'jij hebt zijn zonde', wanneer je bijvoorbeeld een grap maakt over blondjes, boeren, enzovoorts, dan neem jij een zonde van hen over, omdat jij hen onrecht heb aangedaan. Dit onrecht vergeeft Allah niet! De mensen onderling moeten tot elkaars vergeving komen. Wanneer ´het blondje´ de grappenmaker niet vergeeft betekent het dat de sevab (goede daden) van de grappenmaker naar 'het blondje' wordt gegeven, en als je failliet bent - dus geen sevab meer over heb - gaan de harams dat 'het blondje' heeft gepleegd naar de grappenmaker toe totdat het onrecht is gerechtvaardig.

Ja, da’s straffe taal. Weinig gevoel voor relativerende humor dus?

Niet noodzakelijk. Je mag ook grappen over de Profeet maken maar ze moeten beschaafd blijven. Hier een populaire grap in het Midden-Oosten.

“Er komt een man in de hemel die Mohammed wil spreken. Hij wordt doorgestuurd naar het koffiehuis waar Jezus en Mozes zitten te keuvelen. Daar aangekomen zegt hij tegen Jezus en Mozes dat hij op zoek is naar Mohammed. Jezus en Mozes schuiven een stoel bij voor de gestorvene en roepen vervolgens in de richting van de keuken: ‘Hé Mohammed, drie thee!’

Dit is één van de grappen over Mohammed die er in de Arabische wereld de ronde doen, volgens arabist Woltering. Sinds de cartoonrellen van vorig jaar, waarbij moslims – van Teheran tot Londen- protesteerden tegen Deense spotprenten, staat het gevoel voor humor van moslims ter discussie. Maar met moslims kun je dus wel degelijk lachen, óók als het om Mohammed gaat. Dat wil zeggen, zolang je je maar aan de strenge regels van de etnische grap houdt.

Etnische grappen worden in de moslimcultuur zeer serieus genomen. Vandaar dat grappen over etnische minderheden zelfs op internet moeilijk te vinden zijn. Dit wil niet zeggen dat ze niet bestaan. Deze grappen blijven buiten het publieke domein: het zijn grappen die ‘eigenlijk’ niet mogen, en daarom vooral binnenskamers in besloten gezelschappen verteld worden. Caféhumor.

Taalprobleem

Er is een taalkundig probleem aan de moslimgrappen verbonden. Omdat Arabisch een heel verfijnde taal is die vele kanten uit kan (in de ogen van de westerlingen praten moslims soms dubbelzinnig) zijn de woordspelingen schering en inslag en dus onvertaalbaar in een westerse taal. Het is een verfijnde taal die zich niet goed leent voor grove en bijtende humor.

Sharia en humor

Kennelijk is humor een belangrijk aspect voor de sharia, want er bestaan regels voor wat een goede grap moet zijn.

Algemeen, staat de islam een positieve, optimistische kijk voor op het leven. De islam gelooft niet in de erfzonde: de mensen worden puur, niet belast met enige zonde, met een vrije wil geboren, gewapend met instrumenten om aan het kwade te weerstaan. De zin van het leven wordt omschreven als een test om te zien of men het goede of het kwade zal doen, een proces dat afgewogen wordt aan het doel God te dienen in alles wat men doet - en dus consequent voor het goede te kiezen. Moslims worden aangemoedigd dit optimisme ook thuis uit te stralen en in familiale kring voor een ontspannen aangename sfeer te zorgen - daar mag al eens een speelse grap komen bij kijken.

«Omar zei: "Ik bewonder de man die bij zijn familie is als een kind (speels), en die zodra hij hen verlaat meer ernstig is."»

De profeet lachte overigens zelf ook ten gepaste tijde:
«... Ik zag de boodschapper van God zich de tanden bloot lachen» (gemeld door Aby Dharr, in Muslim)

Lachen wordt gewaardeerd in de islam. De islam beschouwt het elkaar begroeten met een glimlach zelfs als een vorm van liefdadigheid.
«Je glimlach naar je broeder is een daad van liefdadigheid (sadaqah).» (Al Tirmidhi) 
De profeet zei dat wanneer men zijn ouders verdriet aan doet, men hen weer aan het lachen moet brengen.
«Abdullah ibn Amr ibn al'As meldde dat een man bij de apostel van God kwam en zei: "ik kwam bij u om de eed van trouw af te leggen en om te emigreren, en liet mijn ouders in tranen achter". De profeet zei: "keer terug naar uw ouders en breng hen aan het lachen zoals je hen aan het wenen bracht."» (Sunan Abu Dawuud)

Noteer hier meteen hoe hoog de islam de ouders aanschrijft, dat de profeet het belangrijker vindt dat een moslim zijn ouders gelukkig maakt dan dat hij tegenspoed zijn integrale onderdelen van deze test, waarbij God verzekert bij de profeet komt en emigreert naar een moslimland.

De boog moet ook niet altijd gespannen staan. Volgens de profeet is er een tijd voor ernst en devotie, en een tijd voor lichter vermaak.

Voorschriften betreffende humor

Islam draagt de moslims op vriendelijk, attent, respectvol met anderen (moslim of niet-moslim) om te gaan. De bepaling van het toelaatbare voor humor, sluit daar helemaal bij aan. Zo onderscheidt Ibn Hayan twee soorten grappen:

Enerzijds is er de humor waarin geen zonde begaan wordt en die niet leidt tot het uit elkaar drijven van mensen, die niet kwetst en niet leidt tot het verwaarlozen van het geloof. Dergelijke grappen kunnen een gespannen situatie ontmijnen, kunnen mensen die droevig zijn verlichting brengen, kunnen voor een aangename, ontspannen sfeer zorgen. Deze humor is toegestaan.

Anderzijds zijn er grappen die wrevel en leed, vijandigheden en verdriet veroorzaken. Dit soort grappen is niet toegestaan.

Imam Al-Nawawi maakt een gelijkaardig onderscheid en stelt dat niet humor of grappen of zich verboden is, maar wel buitensporig en persistent grappen, omdat dit "tot een verharding van het hart leidt, afleidt van de verheerlijking van God, er vaak toe leidt dat anderen zich gekwetst voelen, haat genereert, en de mensen ertoe leidt respect en waardigheid te verliezen."

Hoogstaande moraliteit
Moslims worden geacht zich correct, respectvol, attent, vriendelijk, volgens een hoogstaande moraal te gedragen.
«Er werd aan Profeet Mohamed gevraagd: "Welke moslim heeft het perfecte geloof?". Hij antwoordde: "Hij die het beste moreel karakter heeft."» (Tibrani)

De voorschriften betreffende humor sluiten daar bij aan. Alles wat afbraak doet aan de eigen waardigheid of die van de ander, wat getuigt van vulgariteit en onverschilligheid voor de gevoelens van anderen, kortom alles wat afbraak doet aan de moraliteit, valt buiten het toegestane.

Schuwen van buitensporigheid en overdaad
De Koran omschrijft de gemeenschap van de moslims als een “ummat wasatan”, een gemeenschap van de middenweg. Geheel in lijn daarmee, wordt ook in de humor extremisme geschuwd. Grappen mogen, maar buitensporigheid en overdaad niet.
De profeet zei:
«Lach niet te veel, want lachen verschraalt het hart» (Saheeh al-Jaami)
Dit komt ook tot uiting in het bekend gezegde "kruid je conversatie met humor in dezelfde portie als waarmee je je voedsel kruidt met zout." Door overdadige of buitensporige humor, verliest men het respect van de mensen. Als de omstandigheden er om vragen moet met ook ernstig kunnen zijn.

Geen leugens vertellen
Liegen om te grappen, mag niet. Profeet Mohamed maakte zelf ook wel eens en grapje, maar zei dat hij daarbij alleen maar de waarheid sprak:
«Abu Hurairah zei dat aan de Profeet gezegd werd: "O Profeet van God, waarom grapt u met ons?". Hij antwoordde: "Ik zeg alleen wat waar is" » (Tirmidhi)
Hij waarschuwde de moslims dat men niet in leugens mag vervallen om mensen te vermaken.
«Wee diegene die tegen de mensen liegt om hen aan het lachen te brengen, wee hem, wee hem» (Abu Dauw, Tirmidhi, an-Nasa'i)
Een andere keer zei hij:
«Men wordt niet als een ware gelovige beschouwd tot men ophoudt met liegen voor de grap, en met redetwisten zelfs wanneer men de waarheid spreekt.» (Ahmad en At-Tabarani)

Beleefd en fatsoenlijk taalgebruik
Moslims mogen in ieder geval geen onbeleefde of vulgaire taal gebruiken, niet in gewone conversaties, en dus ook niet bij het grappen. Een moslim moet te allen tijde zorgzaam omspringen met zijn woorden – en dat geldt ook met grappen; wat men zegt heeft immers gevolgen in het hiernamaals:
«Wanneer een dienaar (van God) die zonder er aandacht aan te besteden een woord zou zeggen dat God bevalt, leidt dat er toe dat God zijn rang in het paradijs verhoogt. En wanneer een dienaar van God zonder er aandacht aan te besteden een woord zou uiten dat God misnoegt, leidt dat ertoe dat hij naar beneden gaat in het Hellevuur.» (Bukhari)

Niet over alles kan gegrapt worden
In zijn tafsir omschrijft Ibn kathir hoe op een dag een van de hypocrieten zei: “diegenen die de Koran uit het hoofd leren hebben de grootste magen, zijn de ergste leugenaars en de grootste lafaards als er moet gevochten worden”. Toen de hypocriet hoorde dat zijn woorden overgemaakt werden aan de profeet, spoedde die zich naar profeet Mohamed, en zei hij hem dat hij maar grapte. Volgens de tradities werd naar aanleiding hiervan volgend Koranvers geopenbaard waarin spotten met de Koran en dus met God en met de centrale geloofspunten van de islam, gelijkgesteld wordt met in ongeloof vervallen:
«En als jullie zouden vragen zouden ze zeggen: "Wij kletsen maar wat en schertsen". Zeg: "Waren jullie met God, Zijn tekens en Zijn gezant de spot aan het drijven?"Verontschuldig jullie niet. Jullie zijn ongelovig geworden na geloofd te hebben. Wij zullen een groep van jullie vergiffenis schenken, en een andere groep van jullie bestraffen omdat zij boosdoeners waren. » (Koran 9:65-66)

Spot niet toegestaan
Men mag niet lachen met de waarden van de anderen en elkaar niet kleineren.
«Jullie die geloven! Mensen moeten elkaar niet belachelijk maken. Misschien zijn zij juist beter dan zij! (...) En maakt geen aanmerkingen op elkaar en geeft elkaar geen scheldnamen. (...)"» (Koran 49:11)

Humor mag de eer en de waardigheid van de ander niet kwetsen
Lachen met uiterlijke kenmerken mag niet.
«Op een keer lachten de mensen met de dunne, zwakke benen van 'Abdulllah ibn Mas'ud, waarop de profeet zei: "Lachen jullie met de zwakheid van zijn benen? Bij Hem in Wiens hand mijn ziel is, in de schaal van God zijn ze zwaarder dan Mount Uhud."» (gemeld door at-Tayalisi en Ahmad)

Humor mag niet racistisch, kwetsend of beledigend zijn
Humor mag zich niet in het illegale begeven. Islam verbiedt racisme, en kent mensen het recht toe op bescherming van hun eer. Het logisch gevolg is dat humor mensen niet mag krenken in hun eer, niet beledigend of racistisch mag zijn. Interessant is dat de Koran mensen ook het recht op bescherming van hun religieuze gevoelens toekent, een recht dat in het verlengde ligt van de door de Koran gegarandeerde godsdienstvrijheid: De Koran waarschuwt dat men respect zal verliezen van de ander wanneer men met zijn geloof spot, en dat dit alleen maar vijandigheid zal oproepen.
«En hoont niet hen die zij in de plaats van God aanroepen, zodat zij God niet uit vijandigheid en zonder kennis gaan honen.» (Koran 6:108)
Deze grenzen aan humor zijn duidelijk ingegeven door een streven om de vrede in de gemeenschap te bewaren.

We behandelen enkele genres.

Religieuze moppen

De meeste humor vinden we in de moppen die over de religie zelf gaan. Het is een vorm van afreageren op het strakke regime dat zijn wil aan het moslimleven oplegt. De humor werkt hier bevrijdend, zonder dat echt God en zijn Profeet gekwetst worden. Hier enkele profetengrappen.

De Profeet zei tegen Anas ibn Maalik op een grappige manier, "O, jij met  de twee oren."

Daar lachen wij niet mee, natuurlijk, omdat we niet weten wie Anas ibn Maalik is. Een opzoeking maakt ons ook niet veel wijzer, behalve dat hij door sommige scholastici aanzien wordt als de echte grondlegger van de islam.

Er kwam iemand naar de Profeet toe en vroeg om een rijdier. De Profeet zei dat hij een baby van een kameel zou krijgen. De persoon vroeg wat hij met een baby van een kameel moest, hij had een rijdier nodig en geen baby. De Profeet antwoordde: elke kameel is ooit een baby geweest.

Hmmm….

Er kwam een oude vrouw naar de Profeet toe en ze vroeg of ze het paradijs in zou komen, de Profeet antwoordde dat een oude vrouw nooit het paradijs in zou gaan.

???

Ali en de Profeet zaten samen dadels te eten en Ali plaagde de Profeet door zijn dadelpitten steeds bij die van de Profeet te leggen, zodat het leek alsof de boodschapper van Allah veel at. Dus op een gegeven moment zei Ali: "O boodschapper van Allah, je eet erg veel" (wijzend op de dadelpitten) en toen zei de Profeet "Masha Allah Ali, jij eet dadels met pit en al op."

Fijn…

Aboe Bakr moppen

Aboe Bakr, schoonvader en bondgenoot van Mohammed, was bekend om zijn overleveringen (Hadith). Het grappengehalte is niet erg hoog.

«Hanzalah Al-Usaidi, een van de gezellen van de profeet, vertelde: Abu Bakr kwam mij tegen en vroeg: "Hoe maak je het, Hanzalah". Ik antwoordde: "Hanzalah is een hypocriet geworden". Hij zei: "Subhanallah (Glorie zij God)! Wat bedoel je?". Ik antwoordde: "Wanneer we bij Gods Boodschapper van God zijn vermeldt hij het Vuur en het Paradijs tot het is alsof we die kunnen zien. Maar wanneer we het gezelschap van de Profeet verlaten en spelen met onder vrouwen en kinderen en onszelf bezighouden met onze eigendommen, vergeten we veel". Abu Bakr antwoordde: "Bij God, ik ervaar hetzelfde". Hij en ik gingen bij de profeet van God, en ik zei: "O Boodschapper van God! Hanzalah is een hypocriet geworden". Hij vroeg: "En waarom is dat zo?". Ik antwoordde: "O Boodschapper van God! Wanneer we bij u zijn, spreekt u over het Vuur en het Paradijs tot het is alsof we het kunnen zien. Dan gaan we weg en spelen we met onze vrouwen en kinderen en houden we ons bezig met onze eigendommen en vergeten we veel". De Boodschapper van God, zei daarop: "Bij Hem in Wiens hand mijn ziel is, als jullie zouden doorgaan op hetzelfde niveau als datgene waarop jullie God gedenken wanneer jullie bij mij zijn, dan zouden de Engelen jullie de hand geven wanneer jullie rusten en wanneer jullie rondwandelen, maar O Hanzalah, er is een tijd (voor dit) en een tijd (voor dat)". Hij herhaalde die uitdrukking drie keer.» (Muslim)

«Abu Bakr ging naar Busra om daar zaken te doen. Nu'ayman en Suwaybit ibn Harmalah, die beiden ook in Badr geweest waren, vergezelden hem. Suwaybit was verantwoordelijk voor het voedsel gedurende de trip, en Nu'ayman zei tegen hem: "Geef me wat te eten!". Suwaybit zei: "Niet voor Abu Bakr hier is". Nu'aymen was een opgewekte man met een gevoel voor humor, en hij benaderde een paar mensen die vee bij zich hadden. Hij zei: "zijn jullie niet geïnteresseerd om van mij een robuuste Arabische slaaf te kopen?" Ze stemden in. Hij zei: "Hij heeft wel een grote mond en het is mogelijk dat hij beweert een vrij man te zijn. Als jullie hem daarom niet willen kopen, vergeet dan de zaak en veroorzaak dan voor mij geen problemen met hem". Ze antwoordden: "Geen probleem, we kopen hem". Ze brachten hem 10 jonge vrouwelijke kamelen. Nu'aymen bracht de dieren terug en zei aan de kopers: "Dat is 'm". Suwaybit schreeuwde: "Ik ben een vrij man!". De kopers zeiden: "hij heeft ons alles over u verteld", deden een koord rond zijn nek en brachten hem weg. Dan keerde Abu Bakr terug, en men vertelde hem wat er gebeurd was. Hij en zijn reisgenoten brachten de kamelen terug en namen Suwaybit weer mee. [Terug in Medina] deden ze hun relaas van het voorval aan de profeet, en hij en zijn gezellen moesten er een jaar later nog om lachen.» (gemeld door Umm Salamah, in Imam Ahmad)

Profanere moppen:

Op een dag steekt een blinde man met gevaar voor eigen leven weer de drukke Route de Rufisque over.
"Heilig is Allah!” zegt hij, want het is hem weer gelukt.
Hij komt net van de moskee en wil een frisse neus halen op het strand. Hij passeert de onrustige wijk Diokoul ook zonder problemen en prijst opnieuw zijn Heer. "Alle lof aan Allah!"
Dan komt hij aan op het strand. De blinde man wil zich opfrissen en schept wat zeewater op met zijn handen en strijkt er mee over zijn gezicht. Dat doet het licht weer in zijn ogen schijnen; hij kan weer zien!
"Ty!@#, t^$%ng, krijg nou toch de kl*&%!" Vol ongeloof staart de man naar de branding.
Direct wordt het hem weer zwart voor de ogen en vergeefs smeekt hij: "Moge Allah het mij vergeven, moge Allah het mij vergeven, moge Allah het mij vergeven…"

Wij gaan niet meteen bulderlachen omdat de woordspeling niet vertaald kunnen worden.

Er was eens een jongeman die op een dag over een brug wandelde. Hij ziet een oude man staand op de brugleuning, klaar om zelfmoord te plegen. De jongeman loopt direct op de oude man af en zegt: "Stop! Niet doen!"
"Hoezo dat?"
"Er is zoveel om voor te leven!"
"Zoals…?"
"Even kijken… Heb jij een geloof of ben je een atheïst?"
"Ik geloof."
"Ik ook! Ben jij een moslim, christen of een jood?"
"Moslim."
"Mashallah! Ik ook! Soenniet of Sjiiet?"
"Soenniet."
"Mashallah! Ik ook! Welke wetschool volg jij? Hanafi, Hanbali, Shafi of Maliki?"
"Hanafi."
"Mashallah! Ik ook! Welke sjeik volg je dan, sjeik Foelaan al-Foelani of sjeik Kaza wa Kaza?"
"Sjeik Foelaan al-Foelani", zegt de oude man.
Waarop de jongeman zegt: "Wat?! Sterf, vuile ongelovige!" en hij duwt hem over de rand van de brug.

Twee afgeleefde dollarbiljetten komen aan bij een Federal Reserve Bank om uit de omloop te worden genomen. De één is een haveloos biljet van 1 dollar en de ander is een verfomfaaid biljet van 20 dollar. Ze liggen op de lopende band, op weg naar de verbrandingsoven, en komen in gesprek. Het twintig dollar biljet haalt herinneringen op over zijn reizen door het land.
"Ik heb een aardig goed leven gehad", zegt hij. "Kijk maar, ik ben in Las Vegas geweest en Atlantic City, de beste restaurants in New York, voorstellingen op Broadway, en zelfs een cruise naar de Cariben."
"Wauw!" zegt de één dollar. "Jij hebt echt een heerlijk leven gehad!"
"Maar, vertel me eens," zegt de twintig dollar, "Waar ben jij je hele leven geweest?"
Zegt de één dollar: "Effe kijken, ik ben geweest in de Masdjied [moskee] aan de Main Street, de Masdjied aan de 4Th Street, de Masdjied in het centrum…"
Dan wordt hij onderbroken door het twintig dollar biljet: "Wat is dat, een Masdjied?"

Moppen die we een beetje flauw vinden

Twee vissen zwemmen wat rond. Plots bungelt er een stukje vlees voor hun neuzen. De jongste van het vissenstel stormt er op af met zijn mond wijd open.
De oudere vis roept: "Stop! Het Is niet te zien, maar er zit een haak in het vlees. Die haak is verbonden met een draad. Dat draad zit vast aan een hengel. Een man houdt die hengel vast. Als jij het vlees eet, blijft je kaak aan de haak hangen en trekt de man je uit het water. Hij zal je opensnijden met een mes, je roosteren op een vuurtje en je vervolgens opeten. De resten voert hij aan zijn kat."
De jonge vis laat het vlees voor wat het is en de twee zwemmen weg. Maar wanneer de jonge vis alleen is, denkt hij bij zichzelf: "Ik kan beter zelf poolshoogte nemen om te zien wat er waar is van deze beweringen." Hij begeeft zich naar het stukje vlees, zwemt eromheen, erboven en eronder en maakt omtrekkende bewegingen. Na een diepgravend onderzoek zegt hij tot zichzelf: "Ik heb overal gekeken en heb geen enkel bewijs gevonden voor de aanwezigheid van een man, een hengel, een mes, een vuur en een kat. Buiten het water waarin we leven, heb ik geen enkel spoor gevonden van wat dan ook. Die ouwe spelde me wat op de mouw." Hij opent zijn mond en eet het vlees. De haak pakt zijn kaak en hij wordt uit het water getrokken. Hij ziet een hengel, een man, een mes – maar die kennis kan hem niet meer helpen.

Dit verhaal gaat over een echtpaar met twee stoute kinderen: twee koppige jongens van acht en tien jaar die wel heel erg ondeugend zijn. Voortdurend komen ze in de problemen en de ouders weten dat wanneer er ergens in de stad iets voorvalt hun jongens er wellicht iets mee te maken hebben. De moeder van de twee hoort van een imam die goed schijnt te zijn in het kinderen bijbrengen van discipline. Ze gaat naar hem toe en vraagt of hij met haar jongens wilt spreken. De imam stemt toe, maar onder de voorwaarde dat hij ze apart te spreken krijgt.
Dus stuurt de moeder op een ochtend haar zoon van acht naar de imam, dan is het in de middag de beurt aan de tienjarige. De imam, een grote brede overweldigende man met een overdonderende stem zet de jongen op zijn plaats en vraagt hem streng: "Waar is Allah?" De jongen is perplex. Zijn mond valt wijd open maar er komt geen geluid uit. Zijn ogen staren omhoog naar de imam. Deze herhaalt de vraag op een nog strengere toon: "Waar is Allah?!" Weer geeft de jongen geen sjoege (sic) en dus vraagt de imam hem opnieuw, nu met een opgeheven wijsvinger en een brullende stem: "WAAR IS ALLAAAH?!". De jongen schreeuwt het uit, schiet van zijn plaats, rent direct naar huis en zoekt zijn toevlucht in een kast.
Wanneer de oudere broer hem in de kast vindt, vraagt deze: "Wat is er gebeurd?" Zegt de jongere broer, buiten adem: "Deze keer zijn we echt de pineut, grote broer. Allah is spoorloos en ze denken dat wij er iets mee te maken hebben!"

“Toen ik in de woestijn was, “vertelde Ali op een dag, “heb ik een hele stam van vreselijke bloeddorstige bedoeïen doen lopen.”
“Hoe heb je dat gedaan?”
“Gemakkelijk. Ik repte me weg en zij liepen achter me aan.”

Politieke moppen

Op de luchthaven van Heathrow werd een leraar van een openbare school gearresteerd omdat hij wilde instappen in het bezit van een kompas, een gradenboog en een rekenmachientje. De autoriteiten geloven dat hij lid is van de beruchte Al-Gebra terroristengroepering. Hem wordt ten laste gelegd het illegaal bezit van rekenkundige instructies.

George W. Bush en Tony Blair dineren samen in het Witte Huis. Een van de belangrijke gasten loopt naar hen toe en vraagt waar ze over praten.
"We plannen de derde wereldoorlog", zegt Bush.
"Wow", zegt de gast. "En wat zijn de plannen?"
"We gaan 140 miljoen moslims en één tandarts vermoorden", antwoordt Bush.
"Ik ben een beetje in de war. ... Een tandarts?" vraagt de gast. "Waarom zou je een tandarts vermoorden?"
Blair tikt Bush op de schouder en zegt:" Wat heb ik je gezegd? Niemand vraagt iets over de moslims. "

Jihad-strijdster tegen Jihard-strijder. “Hoi, Abdul, is dat een Scud-raket onder je djellaba of ben je gewoon blij me te zien?

Een Palestijns meisje zegt tegen haar moeder: "Als Abdul zichzelf heeft opgeblazen, kan ik zijn kamer krijgen? "

Een man maakt een wandeling door Central Park in New York. Plotseling ziet hij een klein meisje dat wordt aangevallen door een pitbull hond. Hij loopt ernaartoe en begint met de hond te vechten. Hij lukt erin de hond te doden en het leven van het meisje te redden.
Een politieagent komt aanlopen en zegt: "Je bent een held, morgen kun je in alle kranten lezen: Dappere New Yorker redt het leven van een klein meisje."
De man zegt: "Maar ik ben geen New Yorker!"
"Oh, dan zullen ze schrijven: 'Dappere Amerikaan redt het leven van een klein meisje'." De man roept uit: “Maar ik ben geen Amerikaan!
"Oh, wat bent u dan?" vraagt de agent.
De man zegt: " Ik ben een Saudi."
De volgende dag staat in de kranten: "Islamitische extremist doodt onschuldige Amerikaanse hond.”

Moppen over joden

Een jood vertelt: op mijn vlucht naar New York zat er de hele tijd een Palestijn op het toilet. Er hing een bord voor de deur dat zei: "bezet."
 
Twee Israëli's staan in een lift. Als de deur opengaat, stapt een Palestijn binnen. Hij verkoopt een luidruchtige scheet. De lift stopt en de Palestijn stapt uit. De ene jood veegt zijn voorhoofd af en zegt tegen de andere jood: “God zij dank! Moet een blindganger geweest zijn!"

Op een dag besloot Mullah Nasruddin om te gaan vissen. Hij vroeg zijn goede vriend rabbi Moisje om te gaan. Ze pakten hun visgerei en aas en huurden een roeibootje in de haven. Ze vingen dertig kilo vis. Een uitgelaten Mullah Nasruddin zei tot rabbi Moisje, "We markeren deze plek best, zodat we hier morgen terug kunnen keren!"
De volgende dag ontmoeten ze elkaar weer aan het bootverhuurbedrijfje.
"Heb je de plek gemarkeerd?" vroeg Mullah Nasruddin aan rabbi Moisje.
"Natuurlijk," antwoordde rabbi Moisje. "Ik schilderde een grote witte X op de bodem van de roeiboot."
"Jij dwaas!" riep Mullah Nasruddin uit: "Wat als we dezelfde schuit vandaag niet kunnen huren?"
Luisteren
Fonetisch lezen
Naar meer dan 50 talen vertalen
Meer doen met Google Vertalen
Imam moppen

De imam beëindigt het vrijdagsgebed en annonceert: “Ik heb goed nieuws en ik heb slecht nieuws. Het goede nieuws is dat we genoeg geld hebben voor ons nieuwe gebouw. Het slechte nieuws is dat het nog altijd in jullie zakken zit.”

Een imam schokte zijn gemeenschap toen hij meedeelde dat hij naar een droger klimaat zou verhuizen. Na de sessie kwam een ontstelde vrouw naar hem toe, met tranen in de ogen. “Oh, imam, we gaan u erg missen. We willen niet dat u ons verlaat!”
De goedhartige imam sust: ‘Kom, kom, zuster, de imam die in mijn plaats komt is misschien beter dan ik.”
“Ja,” zegt de vrouw ontgoocheld. “Dat zeiden ze de vorige keer ook.”

Een imam verkocht zijn paard op de markt. Een geïnteresseerde koper verzocht hem of hij een proefrit kon maken. De imam vertelde de man dat zijn paard uniek was.
Om hem te doen lopen, moet je ‘Subhanallah’ zeggen. Om hem te keren, zeg je ‘Alhamdulillah’, en om te stoppen, moet je ‘Allahu Akbar’ zeggen.
De man klom op het paard zat en zei: ‘Subhanallah’. Het paard begon te lopen. Toen zei hij: ‘Alhamdulillah’ en het begon sneller te lopen.  Het liep een heuvel op. De man begon angstig te worden en vergat hoe hij het paard moest stoppen. Toen het paard langs de rand van de helling liep, herinnerde hij zich ‘Allahu Akbar’ en zei het hardop. Het paard stopte net een stap verwijderd van de rand. De man haalde diep adem, keek omhoog naar de hemel en zei: ‘Alhamdulillah!’

Vertaling:
Subhanallah = God is verheven
Alhamdulillah = God zij dank
Allahu Akbar = God is de grootste

Bestaat er eigenlijk een specifieke moslimhumor?

"Nee," zegt Eildert Mulder resoluut, "We hebben de neiging om de moslimwereld als een uniform geheel te zien. Maar in feite zijn er heel veel variaties. Als je een Egyptenaar uit Cairo zou vergelijken met een inwoner van Koeweit, dan zou je zien dat dat twee heel andere werelden zijn. Er bestaat tussen die twee zelfs een groter verschil dan tussen bijvoorbeeld een Italiaan en een Brit!" 
Even een Nederlandse cabaretière aan het woord over het begrip moslimhumor:
Als je het dan toch over moslimhumor wilt hebben, dan valt eigenlijk meer de gelijkheid met het westen op dan het verschil, stelt Funda Müjde. Zo maken moslims ook de nodige grapjes over vrouwen, domme blondjes, en kennen ze hun equivalent van de Nederlandse 'Belgenmoppen'. Dat religie een gevoelig onderwerp is, ontkent Funda niet. Maar dat daar geen grappen over gemaakt kunnen worden, is volgens haar niet waar. In haar eigen cabaretvoorstelling schuwt zij religie niet.
Tijdens een voorstelling verkleedt ze zich bijvoorbeeld als een stereotype Turkse vrouw met bijbehorend accent. En maakt ze grappen over het feit dat religie als onderwerp helemaal in is. Zo in, dat mensen er een moord voor doen. Of ze vertelt dat zij als vrij bekende Nederlandse niet onopgemerkt een erotheek binnen kan stappen en dus maar voor het gemak een burka aantrekt. Waarop ze dat ook daadwerkelijk doet, om die al vertellend weer uit te trekken en er als buikdanseres onder tevoorschijn te komen. Het kan dus, omdat zijzelf een Turkse is en dus uit de groep komt waarover zij grappen maakt.







Luisteren
Fonetisch lezen
Geef je commentaar op de blog van Hartevreter van maart 2011.

Je kunt deze bijdrage ook downloaden en afdrukken op ons forum